icon

Kan een vordering voortvloeiende uit een overeenkomst in de zin van artikel 37 Fw een boedelschuld zijn?

In het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 2017 was de vraag aan de orde of een vordering voortvloeiende uit een overeenkomst in de zin van artikel 37 Fw een boedelschuld kan zijn. Het gerechtshof had geoordeeld dat een dergelijke vordering conform artikelen 37a jo. 37 Fw een concurrente vordering is.

Casus

De zaak gaat over een failliet aluminiumbedrijf, dat overeenkomsten voor de opslag van haar reststoffen heeft gesloten met de eiseres in cassatie. Eiseres exploiteerde een terrein dat dienst deed als opslaglocatie voor afvalstoffen. Eiseres huurde dat terrein van de Provincie Limburg. De curatoren deden de overeenkomsten niet gestand en eiseres ontbond die overeenkomsten vervolgens. De curatoren stelden dat enige vorderingen van eiseres verband houdende met opslag van de reststoffen van de failliet op haar terrein voortvloeien uit de ontbonden overeenkomsten en derhalve op grond van artikelen 37a jo. 37a Fw concurrente vorderingen zijn. De stelling van eiseres dat de opslag op haar gehuurde terrein onrechtmatig was, wezen de curatoren van de hand omdat eiseres het terrein niet in eigendom had.

Gerechtshof

Het hof stelde de curatoren in het gelijk. Het hof oordeelde dat artikel 37 Fw de mogelijkheid biedt wederkerige overeenkomsten niet gestand te doen. Het gebruikmaken van deze mogelijkheid door de curatoren als onrechtmatig bestempelen, is volgens het hof een onaanvaardbare doorkruising van het systeem van de Faillissementswet. De vordering van eiseres zou daarmee in strijd met artikel 37a Fw van concurrent promoveren naar boedelschuld.

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt echter eiseres in het gelijk. De Hoge Raad bepaalt dat de rechtsregel uit zijn arrest van 19 april 2013 (Koot/Tideman) die gold jegens eigenaren naar analogie van toepassing is op een gebruiker met een exclusief recht. Deze rechtsregel luidt dat de curator een op artikel 68 Fw gebaseerde rechtsplicht heeft om de tot de boedel behorende zaken die zich bevinden op de eigendom van een ander te verwijderen. Jegens een exclusieve gebruiker geldt deze rechtsplicht dus ook. De vordering van eiseres is derhalve een boedelschuld.

Betekenis arrest

Relatieve rechten hebben in de in de jurisprudentie uitgemaakte gevallen werking jegens derden. Dit arrest is een voorbeeld van dat verschijnsel. Bijzonder is dat de Hoge Raad de werking jegens derden van relatieve rechten nu in een faillissementssituatie toepast.


Adiba Bouichi is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Kan een vordering voortvloeiende uit een overeenkomst in de zin van artikel 37 Fw een boedelschuld zijn?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief