Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Sinds 1 januari 2013 geldt een wettelijk streefcijfer van minimaal 30% vrouwen en minimaal 30% mannen in de raad van bestuur en raad van commissarissen van grote vennootschappen. Het streefcijfer maakt deel uit van de Wet Bestuur en Toezicht (WBT).
Na recent onderzoek is gebleken dat het aandeel vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen toeneemt, maar dat het te traag gaat. Om de 5000 grote vennootschappen in Nederland aan te sporen dit streefcijfer wel te gaan halen heeft minister Bussemaker, samen met VNO-NCW, deze bedrijven een brief en handreiking gestuurd met informatie en tips over onder andere werving- en selectieprocedures.
Op 1 januari 2013 trad de WBT in werking. Daarmee werd het gebruikmaken van een rechtsvorm als een BV of een NV versoepeld en aangepast aan de internationale praktijk. Deze wet maakt het bijvoorbeeld mogelijk om te kiezen voor een one tier board, waarbij in de raad van bestuur onderscheid kan worden gemaakt tussen uitvoerende en niet-uitvoerende (toezicht houdende) bestuurders. Daarnaast beoogt de wetgever hiermee de kwaliteit van bestuur en toezicht te vergroten.
Ten slotte werd een streefcijfer ingevoerd voor een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen aan de top.
Tot nu toe is de sanctie op geen evenwichtige verdeling een verplichting tot een verklaring daarvoor in het jaarverslag en een plan van aanpak tot verbetering, oftewel “pas toe of leg uit”.
Op 1 januari 2016 kwam dit streven te vervallen en moest de wetgever opnieuw besluiten tot verlenging van de regeling. Pas op 7 februari jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de handhaving van het wettelijk streefcijfer voor een evenwichtige vrouw/man verdeling in het bestuur van ondernemingen. Het ministerie legt uit dat dit betekent dat de 5000 ondernemingen die onder de Wet bestuur en toezicht vallen, dienen te blijven streven naar een verdeling waarbij tenminste 30% van de zetels door vrouwen (en ten minste 30% van de zetels door mannen) wordt bezet in het bestuur en de raad van commissarissen.
We kijken uit naar de vacatures.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.