Praktijkgebieden: Energietransitie, Ruimtelijke ordening
Nederland kent nu nog tien kolencentrales. De vijf oudste centrales sluiten dit jaar hun deuren. Dat is zo afgesproken in het Energieakkoord. Na 2017 blijven er nog vijf kolencentrales over, waarvan er drie pas vorig jaar in gebruik zijn genomen (investering van de betrokken bedrijven schijnt in totaal circa € 5,5 miljard te bedragen). Minister Kamp van Economische Zaken schrijft de Tweede Kamer dat de vijf centrales voorlopig open blijven.
Volgens Kamp is de sluiting niet nodig om te voldoen aan de 25% CO������������������������-reductie in 2020 ten opzichte van 1990, zoals vereist in het vonnis in de spraakmakende Urgenda-zaak, waarin de rechtbank Den Haag oordeelt dat de Staat grondwettelijke zorgplicht heeft voor de bescherming en verbetering van het leefmilieu en met het toenmalige beleid onvoldoende bescherming biedt tegen gevaarlijke klimaatverandering. Kamp laat doorschemeren dat als blijkt dat de broeikasgasreductie toch niet gehaald gaat worden, dat de sluiting van een kolencentrale alsnog in beeld komt.
Deze ‘steenkolendiscussie’ vloeit voort uit een grotere opgave: de energietransitie. Het gebruik van fossiele brandstoffen zal in 2050 goeddeels vervangen moeten zijn voor duurzame energiebronnen om de totale CO������������������������-uitstoot met 80 tot 95% ten opzichte van 1990 terug te kunnen brengen. In het Energierapport geeft het kabinet zijn integrale visie voor de transitie en stelt een drietal uitgangspunten centraal: 1) het aansturen op CO������������������������-reductie, 2) het verzilveren van economische kansen binnen de energietransitie en 3) het integreren van energie in het ruimtelijk beleid.
Een van de aangedragen CO������������������������-neutrale alternatieven in het rapport is het gebruik van restwarmte; warmte die vrijkomt bij industriële productieprocessen en die anders verloren gaat, wordt gebruikt voor de warmtelevering van woonwijken en bedrijven. Het kabinet stelt dat het gebruik van restwarmte en de aanleg van de daarvoor benodigde warmtenetten een transitiestap kan zijn in de richting van duurzaam warmtegebruik.
Andere aspecten zijn dat de elektriciteitsmarkt een transitie doormaakt naar hernieuwbare energie en dat windparken op zee zullen over acht jaar elektriciteit kunnen opwekken voor vijf miljoen huishoudens. Energie wordt integraal onderdeel van de ruimte en zal een ruimtelijk inpassing moeten krijgen. Verder wil het kabinet innovatieve oplossingen voor nieuwe en bestaande bevorderen. In deze transitie passen dan ook geen nieuwe kolencentrales meer.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.