Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
De curator wordt door de rechtbank benoemd. Op het moment dat hij (of zij, al is dat meestal niet het geval) de benoeming aanvaardt, weet de curator in veruit de meeste gevallen nog letterlijk niets over de gefailleerde onderneming. Het is dan belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium een helder beeld te krijgen van de gefailleerde onderneming en de gebeurtenissen voorafgaand aan het faillissement. Daarbij let de curator op een aantal zaken in het bijzonder, en de vraag of er kort voor datum faillissement dividenduitkeringen zijn gedaan is er daar één van. De dividenduitkering is immers een simpele manier om liquide middelen te verplaatsen van de bijna gefailleerde vennootschap naar de aandeelhouder(s), of om een openstaande rekening-courantvordering van de gefailleerde onderneming op een aandeelhouder weg te poetsen.
Uiteraard stelt de wet beperkingen aan dividenduitkeringen. In zijn algemeenheid geldt dat de aandeelhouders bevoegd zijn om tot dividenduitkering te besluiten. Het bestuur kan vervolgens het besluit tot dividenduitkering goedkeuren. Het bestuur behoort die goedkeuring overigens slechts te onthouden indien het te verwachten is dat de vennootschap op korte termijn haar schulden niet meer zal kunnen voldoen. Als het bestuur ten onrechte haar goedkeuring heeft verleend, dan is het bestuur in beginsel aansprakelijk voor het gedeelte van de schulden dat als gevolg van de dividenduitkering niet betaald is. De uitkering mag overigens niet groter zijn dan het verschil tussen het eigen vermogen enerzijds, en de reserves die op grond van de wet en/of statuten aan moeten worden gehouden anderzijds.
De curator heeft als taak op te treden tegen onterechte dividenduitkeringen, en kan dat bijvoorbeeld doen door de dividenduitkering te vernietigen op grond van de faillissementspauliana. De Hoge Raad heeft recent bepaald dat een besluit tot dividenduitkering in dat verband niet alleen als een onverplichte rechtshandeling kwalificeert, maar ook nog eens als een rechtshandeling om niet. Dat maakt de drempel voor de curator om tot vernietiging over te gaan wel erg laag, zeker als de dividenduitkering binnen één jaar voor faillietverklaring plaats heeft gevonden. Voor de curatoren onder ons is dat uiteraard goed nieuws, de aandeelhouders denken daar ongetwijfeld anders over.
Eist de curator dat u een ontvangen dividenduitkering terugbetaalt? Graag helpen wij u verder.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.