Praktijkgebieden: Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht
De “schokkende” uitslag van de stemming over de normalisering van de positie van de ambtenaar werd wat overschaduwd door een andere uitslag van een stemming diezelfde dag. Nu het stof daarvan wat is gaan liggen pak ik de draad op. Wat betekent het dat de ambtenaar straks een gewone werknemer is?
Voor een inzicht daarin is in de eerste plaats van belang het verschil onder ogen te zien tussen de verschillende rechtsstelsels die van toepassing zijn. Ambtenarenrecht is bestuursrecht, het recht dat de verhouding regelt tussen overheid en burger (waarbij die burger trouwens ook een rechtspersoon, een bedrijf kan zijn). Voor die verhouding zijn regels opgesteld (wetten, uitvoeringsregelingen, beleid) waar de overheid zich aan dient te houden. Op grond van die regels neemt de overheid een besluit; de burger kan tegen dat besluit in bezwaar (bij het overheidsorgaan zelf) en daarna zo nodig in beroep (bij de bestuursrechter). De rechter beoordeelt het besluit, en laat het ofwel in stand, ofwel vernietigt het (deze beschrijving is iets te simpel, maar dit is waar het op neerkomt).
Die eenzijdigheid is er in het ambtenarenrecht niet helemaal; tegenwoordig is het bijvoorbeeld zo dat een ambtelijke aanstelling (wat ook zo’n besluit van een overheidsorgaan is) door de ambtenaar moet worden aanvaard voordat het effect krijgt en de ambtenaar dus ambtenaar wordt. Maar in de kern is dit dus het systeem van ambtenarenrecht: eenzijdig besluit van de overheidswerkgever, mogelijkheid van bezwaar en beroep door de ambtenaar. Dat bezwaar en beroep kan zich richten tegen alle besluiten die de rechtspositie van de ambtenaar betreffen: bevordering, geen bevordering, verandering in standplaats, salaris, disciplinaire maatregel, en ook ontslag. Totdat een rechter zulke besluiten vernietigt zijn die geldig. Sterke nog: als de ambteneer niet (tijdig) in bezwaar komt krijgt het besluit formele rechtskracht: ook als later wordt geconstateerd dat het een onjuist besluit was, geldt het toch.
Het arbeidsrecht is contractenrecht en dus onderdeel van het burgerlijk recht, het recht dat de verhouding tussen burgers onderling regelt – dus ook tussen bedrijven onderling, en burgers en bedrijven. De basis van het contractenrecht is – de naam zegt het al – het contract, oftewel de overeenkomst. Niet eenzijdig zoals het besluit van een overheid, maar tweezijdig: aanbod en aanvaarding. Een oud adagium luidt “overeenkomsten strekken partijen tot wet”; partijen vullen zelf in wat tussen hen geldt. Die contractsvrijheid is in arbeidsrelaties sterk ingeperkt (veel aspecten zijn verplicht of juist verboden), maar het beginsel is tweezijdigheid.
Het is op zich natuurlijk niet zo’n gekke gedachte om de overheid als werkgever op één lijn te zetten met andere werkgevers. Aan de andere kant is er ook wel aanleiding om dat niet te doen. Een zo’n aanleiding is de gedachte dat de overheid zijn werknemers opdrachten moet kunnen geven, en er op moet kunnen rekenen dat zijn werknemers die opdrachten uitvoeren. Militairen zijn een voor de hand liggend voorbeeld (en voor dit artikel een slecht voorbeeld omdat zij uitgezonderd zijn van de normalisering van rechtspositie; zij blijven dus “ouderwetse” ambtenaren), maar hetzelfde geldt voor gemeenteambtenaren. Denk maar aan de ambtenaar van de burgerlijke stand: die wordt tegenwoordig opgedragen ook huwelijken te sluiten tussen personen van hetzelfde geslacht, ook als hij/zij dat niet hoefde aan het begin van de aanstelling.
Wel opmerkelijk natuurlijk is dat het intreden van de tweezijdigheid – het effect van het afschaffen van de huidige ambtenarenstatus – wordt bereikt door de ultieme eenzijdige handeling, namelijk het vaststellen van een wet – zo eenzijdig dat daartegen ook geen bezwaar of beroep mogelijk is. Het is maar één van de paradoxale zaken van de nieuwe wet.
De afschaffing van de ambtenarenstatus heeft op veel verschillende terreinen gevolgen, waar ik de komende tijd wat over zal schrijven. Bij al die gevolgen is het goed het bovenstaande in het oog te houden. De overheid wordt van orgaan met uitvoeringsgezag een (min of meer) gelijkwaardige contractspartij van de werknemers. Op de effecten daarvan kom ik terug!
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.