Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het dienstverband van een werknemer die al twee jaar ziek is, kan na het verkrijgen van een ontslagvergunning van het UWV door de werkgever worden opgezegd.
Het wordt veelal als onrechtvaardig ervaren dat ook deze werknemer recht heeft op een transitievergoeding. De enige manier om het betalen van een transitievergoeding in dat geval te voorkomen, is het voortzetten van het dienstverband. Hierover kunt u meer lezen in een eerdere blog.
Minister Asscher wil met een nieuw wetsvoorstel tegemoet komen aan werkgevers die een (transitie)vergoeding (hebben) moeten betalen aan een werknemer die ziek was op het moment dat de arbeidsrelatie eindigde. Deze werkgevers zullen vanuit het Algemeen Werkloosheidsfonds een compensatie ontvangen voor vergoedingen die zijn of worden betaald in verband met het beëindigen of niet voortzetten van arbeidsovereenkomst na 30 juni 2015. Hier zal wel een verhoging van de premie voor alle werkgevers tegenover staan.
Voor de aanspraak op de compensatie is de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd niet van belang. Het kan dus gaan om een opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar ook om een einde van rechtswege of een beëindiging met wederzijds goedvinden.
De hoogte van de compensatie zal niet altijd hetzelfde zijn als de hoogte van de (transitie)vergoeding die de werknemer heeft ontvangen. In de regeling staat immers dat de compensatie niet hoger zal zijn dan:
of, indien dat lager is
Bij het bepalen van de maximumhoogte wordt geen rekening gehouden met de – in verband met het niet naleven van re-integratieverplichtingen – verlengde periode van loondoorbetaling tijdens zieke.
In het wetsvoorstel wordt ook tegemoet gekomen aan werkgevers die arbeidsovereenkomsten om bedrijfseconomische redenen dienen te beëindigen. In een cao kunnen voorzieningen worden getroffen die in de plaats komen van de transitievergoeding. Op dit moment dienen die voorzieningen gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding. Na invoering van dit wetsvoorstel krijgen de cao sluitende partijen meer vrijheid; de te treffen voorzieningen hoeven niet langer op individueel niveau gelijkwaardig te zijn aan een transitievergoeding.
De beoogde datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet is 1 januari 2018. Het is echter nog niet zeker dat het wetsvoorstel zal worden aangenomen. Een werkgever kan er dan ook nog niet op vertrouwen dat als hij nu een arbeidsovereenkomst van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer beëindigt, hij in de toekomst een compensatie zal ontvangen voor het betalen van een vergoeding. Zolang die zekerheid er nog niet is, zullen waarschijnlijk veel werkgevers het dienstverband met een arbeidsongeschikte werknemer blijven voortzetten.
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.