icon

Wat is de prijs van warmte?

Per 1 januari 2014 is de Warmtewet in werking getreden. De Warmtewet is van toepassing indien in de verwarming of het warm water in een gebouw wordt voorzien middels het leveren van warm water. Dat is bijvoorbeeld veelal de situatie bij stadverwarming, blokverwarming, verwarming via een warmte/koudeopslag of warmtepompen. De Warmtewet is de pendant van de Elektriciteitswet en de Gaswet.

Deze alternatieve vormen van warmteleveringen zijn in toenemende mate in opkomst. De instanties en bedrijven die middels een warm waternetwerk voorzien in verwarming nemen allengs toe in aantal en diversiteit. Vandaar dat de behoeft werd gevoeld van een wettelijke regeling, met name ook omdat er bij dergelijke verwarmingssystemen voor de afnemers doorgaans geen keus bestaat in de leverancier van energie. De wet dient primair om de (kleinere) afnemers te beschermen tegen machtsmisbruik van de warmteleverancier.

De wet geldt dan ook alleen voor relatief kleine afnemers. De afnamecapaciteit van warmte (dus ongeacht wat er werkelijk wordt verbruikt) mag niet meer bedragen dan 100 Kilowatt. Voor de autoliefhebbers onder ons; dat is 136,1 pk. Het merendeel van de utilietsgebouwen en woningen valt hieronder. Indien de afnamecapaciteit groter is wordt de afnemer geacht ook voldoende mondig te zijn om zijn eigen onderhandelingen met de Warmteleverancier te kunnen voeren.

Daarnaast geldt de wet ook niet voor kleine leveranciers. Indien de leverancier aan niet meer dan 10 verbruikers tegelijk levert, per jaar minder dan 10.000 gigajoules aan warmte levert of zelf tevens de eigenaar of verhuurder is van het gebouw waaraan de warmte wordt geleverd, dan is de wet evenmin van toepassing. Die laatste uitzondering dient om VVE’s met een gebouwgebonden centraal verwarmingssysteem van de wettelijke verplichtingen uit te zonderen.

Dat sprake moet zijn van de levering van “warm” water voor de verwarming is overigens relatief. Waar de warmte werd geleverd door middel van opgepompt grondwater van slechts 11,95°C, dat vervolgens in de huizen middels een warmtepomp werd omgezet in warmte, werd de Warmtewet door het CBB toch van toepassing verklaard (CBB d.d. 22 februari 2016, ECLI:NL:CBB:2016:30).

Nu duurzame en hernieuwbare energie prioriteit zal zijn in het toekomstige overheidsbeleid ligt in de rede dat de Warmtewet in de komende jaren aan belang zal winnen.

Indien de Warmtewet van toepassing is dan stelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) jaarlijks per 1 januari de maximaal geoorloofde tarieven voor de warmtelevering vast. De ACM moet dat doen met het Niet Meer dan Anders-principe (NMDA). Dat wil zeggen dat de prijs voor Warmtelevering niet meer mag bedragen dan indien het gebouw gasgestookt zou zijn.

Bij het Warmtebesluit is daarvoor een gedetailleerde berekeningswijze opgesteld, waarbij als referentiekader geldt het gemiddelde van de tarieven van een 1-jarig contract bij de drie grootste Nederlandse gasleveranciers, maar bijvoorbeeld ook rekening wordt gehouden met enerzijds de uitsparing van de kosten van een c.v.-ketel en anderzijds de meerkosten van het moeten koken op een elektrisch fornuis.

Al met al komt de ACM dan voor 2016 uit op een vast aansluitbedrag van € 276,13 per jaar en een verbruikstarief van € 22,66 per gigajoule. (Voor de oudere autoliefhebber; 1 gigajoule is vergelijkbaar met de energie van 36 m3 aardgas). De tarieven voor 2017 zijn nog niet vastgesteld.

Dat prijsmechanisme lijkt buitengewoon onlogisch en zal op termijn ook niet houdbaar zijn.

Allereerst is de opbouw van de kosten van opwekking en levering van warmte bijzonder afwijkend van die van gas. Waar de winning, opslag, transport en levering van gas bijzonder ingrijpende infrastructurele maatregelen vergen, zal dat doorgaans bij warmtelevering drastisch anders (kunnen) zijn. Daarbij zijn tevens de organisatorische kosten en consequentionele gevolgen onvergelijkbaar. De maximum prijs voor de levering van warmte gelijk te stellen aan de prijs voor gas is dan ook het hanteren van een maatstaf die niet op enige economische realiteit is gebaseerd.

Het hanteren van die maatstaf werkt bovendien eerder belemmerend dan stimulerend voor de ontwikkeling van alternatieve of duurzame energielevering. De investeringen die benodigd zijn in het aanleggen van een warmtenet of warmtewinning-installatie worden niet duurzaam of verantwoord gedekt omdat de prijsstelling voor de levering van warmte daar geen enkele rekening mee houdt; die prijs wordt immers bindend gemaximeerd door de gasprijs.

Het prijsmechanisme is op termijn al evenmin houdbaar. Het Nederlandse aardgas zal opraken. De Groningse aardbevingsschade zal in de miljarden lopen. Het aanbod van alternatieve energie zal met de tijd slechts toenemen. De prijs voor gas zal op termijn niet maatgevend kunnen zijn voor wat energie kost of zal mogen kosten.

Daarover later meer.


Charles Moons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wat is de prijs van warmte?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief