Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Wie in bezwaar wil tegen een besluit van een bestuursorgaan heeft daarvoor na bekendmaking zes weken de tijd. Dit betreft een harde deadline. Laat u deze termijn ongebruikt verstrijken, dan zal uw bezwaarschrift niet in behandeling worden genomen, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat er meer tijd nodig is om een goed onderbouwd bezwaarschrift in te dienen. In dat geval kan uitstel van de termijn worden verkregen door een bezwaarschrift in te dienen zonder de gronden daarin te vermelden. Dit wordt een pro forma bezwaarschrift genoemd.
De bezwaarschriftprocedure is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bezwaarschrift dient op grond van de Awb aan verschillende vereisten te voldoen. Zo moet op grond van art. 6:5 Awb in het bezwaarschrift bijvoorbeeld de naam en het adres van de indiener worden vermeld en dient het bezwaarschrift een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt ingediend te bevatten. Ook moet een bezwaarschrift voorzien zijn van gronden. Wanneer een van de vereisten uit artikel 6:5 Awb of enig ander bij de wet gesteld vereist ontbreekt, is er sprake van een vormverzuim en moet het bestuursorgaan de indiener op grond van artikel 6:6 Awb de mogelijkheid bieden dit verzuim binnen een redelijke termijn te herstellen. Wat een redelijke termijn is, is niet in de Awb geregeld. In de meeste gevallen wordt door het bestuursorgaan een termijn van vier weken gegeven voor herstel.
De termijn voor herstel gaat lopen vanaf het moment dat het pro forma bezwaarschrift is ingediend. Wanneer een zo lang mogelijke termijn nodig is, is het dus raadzaam het pro forma bezwaarschrift pas tegen het einde van de bezwaartermijn in te dienen.
Anna Zijlstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.