Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
De wet geeft regels waaruit blijkt hoe de interne organisatie van een B.V. en een N.V. eruit ziet (of zou moeten zien). Deze regels zijn – over het algemeen – redelijk duidelijk en bieden de praktijk een duidelijk handvat. In aanvulling op de wet (maar overigens vaak ook in afwijking daarvan) gelden de statuten van de vennootschap, waardoor de oprichters c.q. aandeelhouders zelf ook invloed uit kunnen oefenen op bijvoorbeeld de rechten en bevoegdheden van alle organen van de vennootschap.
Voor de verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen ligt dat wat anders. De wet is voor deze rechtsvormen veel minder uitgebreid, en bovendien is van een duidelijk, uniform geheel absoluut geen sprake. In de praktijk zorgt dat regelmatig voor verwarring.
Minister van der Steur heeft op 8 juni jl. geleden een wetsvoorstel ingediend dat met name tot doel heeft om de taken en verantwoordelijkheden voor bestuurders en commissarissen van de genoemde rechtsvormen duidelijker vast te stellen en te uniformeren. Het ingediende voorstel is op enkele punten gewijzigd in de consultatiefase in 2014.
Meer concreet houdt het voorstel bijvoorbeeld in, dat een duidelijk wettelijke basis voor de raad van commissarissen zal worden opgenomen, dat de voorwaarden voor aansprakelijkheid van de bestuurders en commissarissen (al dan niet in geval van faillissement) duidelijker zullen worden vastgelegd, en dat duidelijker wordt wat moet worden gedaan indien een bestuurder of commissaris een tegenstrijdig belang heeft bij een voorgenomen handeling.
Op dit moment is het vooralsnog onduidelijk of en wanneer het voorstel in werking zal treden. Wij houden u door middel van ons weblog op de hoogte.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.