Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De statutair bestuurder van een vennootschap wordt over het algemeen tevens aangemerkt als werknemer van die vennootschap. De positie van de statutair bestuurder is echter anders dan die van de “gewone” werknemer. Een in het oog springend verschil op arbeidsrechtelijk gebied is dat voor het ontslag van een statutair bestuurder geen ontslagvergunning van het UWV of ontbinding door de kantonrechter nodig is.
Sinds de zogenaamde “15 april arresten” wordt aangenomen dat de vennootschapsrechtelijke beëindiging van de positie van bestuurder tevens geldt als een (rechtsgeldige) opzegging van de arbeidsovereenkomst. In theorie kan de bestuurder een poging doen het ontslagbesluit nietig te doen verklaren op basis van strijd met de wet, de statuten of de redelijkheid en billijkheid. Dat heeft echter zelden succes.
Toch wordt er af en toe een escape gevonden door de bestuurder-werknemer. Aan de kantonrechter te Zwolle[1] werd onlangs de vraag voorgelegd of een werknemer wel kon worden ontslagen zonder tussenkomst van de kantonrechter of UWV, nu werknemer stelde slechts titulair bestuurder te zijn en geen statutair bestuurder van de besloten vennootschap, oftewel zijn werkgever. De werknemer wees op het ontbreken van een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot zijn benoeming als statutair bestuurder.
De kantonrechter sloot aan bij vaste jurisprudentie van de Hoge Raad over de uitleg van artikel 2:242 BW waarin de procedure tot benoeming van een bestuurder van een besloten vennootschap is vervat. De aard van de regel van art. 2:242 BW brengt mee dat niet kan worden aanvaard dat degene die, ondanks het ontbreken van een benoemingsbesluit, op grond van verklaringen of gedragingen van de vennootschap heeft aangenomen dat hij tot bestuurder van de vennootschap is benoemd, als bestuurder van de vennootschap moet worden aangemerkt. In dit geval stelde de vennootschap/werkgever dat op grond van verklaringen of gedragingen kon worden aangenomen dat de werknemer tevens tot bestuurder van de vennootschap was benoemd. De vennootschap stelde dat het benoemingsbesluit wel was genomen en was ingeschreven in de kamer van koophandel, maar nooit op schrift was gesteld. Bovendien zou uit de aanvulling op de arbeidsovereenkomst van werknemer blijken dat hij inmiddels als statutair bestuurder was benoemd.
De kantonrechter wees nog eens fijntjes op artikel 2:230 lid 4 BW waarin is bepaald dat het bestuur van genomen besluiten aantekeningen houdt. De aantekeningen moeten ten kantore van de vennootschap ter inzage liggen. In samenhang met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zijn de door de vennootschap aangedragen aanwijzingen dat er wel een benoemingsbesluit zou zijn genomen, onvoldoende om aan te nemen dat de werknemer daadwerkelijk als statutair bestuurder kon worden aangemerkt. Er was derhalve geen einde gekomen aan de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer.
Niet kon worden vastgesteld dat hij statutair bestuurder van de vennootschap was, zodat beëindiging van de positie van bestuurder in dit geval niet tevens gold als een (rechtsgeldige) opzegging van de arbeidsovereenkomst. Deze uitspraak sluit aan bij andere lagere jurisprudentie. Indien de vennootschap geen op schrift gesteld benoemingsbesluit kan tonen, geldt beëindiging van de positie van bestuurder zelden tevens als een (rechtsgeldige) opzegging van de arbeidsovereenkomst.
[1] Deze uitspraak werd gepubliceerd in AR Update met kenmerk AR 2016-1009
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.