Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Eerder schreven wij al over het faillissement van DSB Bank, en dan in het bijzonder dat de curatoren er niet in waren geslaagd De Nederlandsche Bank (DNB) aansprakelijk te stellen voor falend toezicht. Wij schreven ook dat de preferente vorderingen van schuldeisers al geheel waren betaald, en de concurrente vorderingen voor 74%.
Uit het verslag van de curatoren van 29 april 2016 blijkt dat DSB Bank over 2015 een netto resultaat heeft behaald ter hoogte van ongeveer € 174 miljoen. Hoe dat kan, vraagt u? Eigenlijk heel simpel; DSB Bank heeft leningen uitstaan met een gezamenlijke waarde van ongeveer € 3,8 miljard. De rente die de curatoren daarover ontvangen, is kennelijk meer dan genoeg om de kosten te dekken en zelfs een positief resultaat te behalen. Daarbij moet volgens de curatoren wel worden aangetekend, dat dit resultaat wat geflatteerd is als gevolg van verkoop van een onderdeel van DSB Bank.
Ondanks de goede resultaten, heeft er in de tussentijd nog geen extra tussentijdse uitdeling plaatsgevonden. Wel is een voorstel gedaan aan alle concurrente schuldeisers om zo goed als het gehele bedrag aan openstaande vorderingen te voldoen. Het lijkt er dus op dat de schuldeisers er over het algemeen uiteindelijk niet slecht vanaf komen.
Deze gang van zaken roept bij mij vragen op met betrekking tot de taak van de curator. Uiteraard is het de primaire taak van de curator om in het belang van de schuldeisers te handelen en als het voortzetten van de onderneming de manier is om dat te bereiken, dan kan daar weinig op tegen zijn. Het wordt echter vreemd als de curatoren in staat zijn de onderneming meerdere jaren voort te zetten met een positief resultaat. Feitelijk nemen de curatoren dan het bestuur voor langere tijd over; niet bepaald een kerntaak van de curator. Nu de curatoren in dit geval succesvol blijken te zijn in het voortzetten van de onderneming, lijkt de conclusie dat het gefailleerde bedrijf dan (in ieder geval gedeeltelijk) levensvatbaar was voor de hand te liggen. Daar was dan wel een feitelijke bestuurswissel voor nodig, die door middel van het faillissement is afgedwongen. Een interessante gang van zaken, lijkt me.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.