Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Voor een potentiële franchisenemer is het lastig te overzien hoe een nieuw te openen franchisefiliaal zal gaan draaien. Daarom is het gebruikelijk dat de franchisegever een prognose verstrekt, waaruit de te verwachten omzet en winst blijken. Mede aan de hand daarvan kan de franchisenemer dan beslissen of hij het avontuur aan gaat of niet. De franchisegever hoeft dat echter niet te doen, maar áls hij dat doet, dan kan hij er maar beter voor zorgen dat de prognose in overeenstemming is met de realiteit.
Recentelijk heeft de Rechtbank Overijssel een interessante uitspraak gewezen die daarover gaat. In dit geval had de franchisegever een prognose verstrekt, waaruit bleek dat in de eerste paar jaar grofweg een omzet en winst zou kunnen worden behaald ter hoogte van respectievelijk € 400.000 en € 40.000. In de realiteit bleek dat fors tegen te vallen; het filiaal draaide in het eerste jaar een omzet van € 226.453 en een bescheiden winst van € 1.715, maar na verloop van vier jaar bedroeg de omzet nog maar € 88.554 en werd een verlies gedraaid van € 33.070. De franchisenemer vond dat de franchisegever onrealistische informatie had verstrekt en onderbouwde die stelling met een rapport, waaruit blijkt dat de omzet niet hoger uit had kunnen komen dan € 221.720. Zij eist dat de franchisegever alle schade vergoedt, die onder meer bestaat uit de geleden verliezen en gederfde winst (in totaal € 264.588). De franchisegever voert ter verdediging kort gezegd aan dat het beleid van de franchisenemer niet deugde, en dat het resultaat voor rekening en risico van franchisenemer is en dus niet kan worden afgewenteld. Bovendien bleek uit een ander rapport, dat de maximale omzet die met het filiaal kan worden behaald € 310.000 à € 364.000 bedraagt.
Allereerst stelde de rechtbank vast dat sprake is van een franchise-overeenkomst, waarvan de definitie als volgt luidt:
‘Een franchiseovereenkomst is een overeenkomst krachtens welke de franchisegever de wederpartij, franchisenemer, tegen rechtstreekse of indirecte geldelijke vergoeding het recht verleent een franchiseonderneming te exploiteren voor de afzet van bepaalde typen goederen en/of de verrichting van bepaalde diensten. Deze overeenkomst bevat tenminste verplichtingen met betrekking tot de mededeling door de franchisegever aan de franchisenemer van belangrijke knowhow.'
Vervolgens overweegt de rechtbank dat de omzetprognose voor een potentiële franchisenemer van cruciaal belang is voor de beoordeling van zijn of haar exploitatiekansen en van de vraag,of het afsluiten van een franchisecontract een verantwoorde keus is (zoals een franchisegever weet of behoort te weten). Desalniettemin is deze prognose een schatting, die niet per se geheel juist zal blijken te zijn. De franchisegever kan dus niet op elke afwijking worden afgerekend.
Het belangrijkste punt is volgens de rechtbank in dit geval, dat franchisegever een grote, ervaren speler op de franchisemarkt is en met deze gegevens bij de onervaren kandidaat-franchisenemer de indruk heeft gewekt dat deze gegevens een haalbare omzet bevatten.
Het is dus de vraag of de prognose deugdelijk (lees: voldoende realistisch) is of niet; de franchisegever heeft immers in te staan voor de juistheid daarvan. De rechtbank beslist dat een (nieuw) deskundigenrapport de aangewezen weg is om dat uit te wijzen.
Uit deze uitspraak volgt hoe belangrijk het is om als professionele partij geen onrealistische informatie te verstrekken. Hebt u ook een geschil dat is ontstaan als gevolg van een verstrekte omzetprognose? Wij helpen u graag.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.