Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Vanwege het uitbreken van de vogelgriep in 2014 heeft de Staatssecretaris van Economische zaken in dat jaar een algeheel vervoersverbod ingesteld, voor de duur van 72 uur, voor onder meer pluimvee en ander gevogelte, eieren, pluimveemest en strooisel. Als gevolg hiervan moest noodgedwongen het productieproces van (onder andere) een bedrijf uit Groningen voor vier dagen worden stilgelegd.De vraag of de werknemers gedurende deze dagen – waarop zij dus niet hebben kunnen werken – recht hadden op loon en zo ja, of de werkgever de niet-gewerkte uren mocht verrekenen met gemaakte over- en verlofuren werd aan de kantonrechter in Groningen voorgelegd.
Op basis van de wet behoudt een werknemer het recht op loon indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in de risicosfeer van de werkgever ligt. De voorzienbaarheid speelt hierbij een belangrijke rol. Indien de oorzaak voor de werkgever voorzienbaar is, dan ligt de oorzaak eerder in zijn risicosfeer.
Volgens de kantonrechter moet de vogelgriep en de daarbij behorende maatregelen, zoals ruimingen en vervoersverboden, in beginsel als voorzienbaar worden aangemerkt. De pluimveehouderij wordt immers van tijd tot tijd door deze ziekte geplaagd. Dat de werknemers geen arbeid konden verrichten, kwam derhalve voor rekening van de werkgever; de werknemers hadden dus recht op doorbetaling van het loon. De kantonrechter overweegt nog dat de uitbraak en de daarmee samenhangende maatregelen ingrijpender waren dan tot dan toe gebruikelijk in Nederland. Nu dit niet voorzienbaar was, zou dit kunnen rechtvaardigen dat het loon maar een beperkte tijd doorbetaald had hoeven worden. De rechter hoeft hier echter niet over te oordelen nu het in het onderhavige geval slechts ging om vier dagen dat het werk was stilgelegd. Als de maatregelen langer hadden geduurd, had de kantonrechter de loondoorbetalingsplicht mogelijk wel in tijd beperkt.
De uitspraak is in lijn met de geldende rechtspraak dat normale bedrijfsrisico’s in het algemeen voor rekening van de werkgever komen. Bij “normale bedrijfsrisico’s” kan gedacht worden aan extreme weersomstandigheden, het onvoldoende voor handen hebben van werk en computerstoringen. De aard van het bedrijf speelt hierbij ook een rol, omdat bepaalde omstandigheden voor het ene bedrijf meer voorzienbaar zijn dan voor het andere bedrijf. Zo zal een brand bij een daarvoor gevoelig bedrijf eerder als “normaal bedrijfsrisico” worden aangemerkt dan bij een bedrijf dat in het algemeen geen rekening hoeft te houden met brand.
Overigens kan voor de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst in een schriftelijke overeenkomst worden afgesproken dat het loon niet hoeft te worden doorbetaald ondanks dat de oorzaak van het niet-werken in de risicosfeer van de werkgever ligt. Wil een werkgever het risico voor langere duur beperken, dan dient dit in een cao te worden geregeld.
De werkgever beroept zich in de onderhavige uitspraak ook op een aantal cao-bepalingen. Uit deze bepalingen zou volgens hem blijken dat hij vrij was om de niet-gewerkte uren in het onderhavige geval te verrekenen met verlof- en overuren. De kantonrechter interpreteert de cao-bepalingen echter op een andere manier en is van oordeel dat niet uit de cao blijkt dat de werkgever deze verrekenbevoegdheid heeft.
(De uitspraak van de kantonrechter te Groningen is uitsluitend gepubliceerd in het tijdschrift Jurisprudentie Arbeidsrecht: JAR 2016/140)
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.