Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 17 februari 2016 is de Nederlandse Franchise Code (hierna: NFC) gepresenteerd. De NFC beschrijft hoe partijen zich dienen te gedragen bij het aangaan, uitvoeren en ontbinden van een franchiseovereenkomst. In de code zijn onder andere de (informatie-)verplichtingen van de franchisegever en -nemer jegens elkaar opgenomen. Ook wordt aangegeven welke bepalingen minimaal in een franchiseovereenkomst moeten worden opgenomen. De code is opgesteld door een schrijfcommissie waarin zowel franchisenemers als franchisegevers vertegenwoordigd zijn.
Een korte terugblik
Minister Kamp had om opstelling van een gedragscode gevraagd na terugkerende berichtgeving over misstanden in de franchisesector en conflicten tussen franchisegevers en franchisenemers. Deze gedragscode moest regels bevatten om de positie van franchisenemers te verbeteren. De schrijfcommissie heeft sinds 5 december 2014 gewerkt aan het opstellen van deze code. In juni 2015 presenteerden zij de conceptversie van de NFC, waarover wij al eerder schreven. Op dit concept kwam veel kritiek, voornamelijk van de franchisegevers. Tijdens het franchisedebat op 3 september 2015 hebben de franchisegevers hun vertrouwen in de code opgezegd. Over deze rumoerige ontwikkelingen schreven wij al eerder in onze update. Daarna bleef het lange tijd stil rondom de NFC. Zelfs de website van de NFC is uit de lucht gehaald. Maar op 17 februari 2016 was het dan toch zover. Minister Kamp heeft de (definitieve) versie van de NFC in ontvangst genomen.
De inhoud van de Nederlandse Franchise Code: vergelijking met de conceptcodeEen belangrijk commentaar op de conceptcode was dat deze te vaag was. Naar dit commentaar heeft de schrijfcommissie geluisterd: de (definitieve) versie van de NFC bevat concretere regels dan de conceptcode. Ook is bij sommige artikelen de toelichting aangescherpt en uitgebreid. Opvallend is wel dat er in de toelichting op de artikelen nog steeds veel concrete regels staan die niet in de artikelen van de NFC zelf zijn opgenomen. Franchisegevers en franchisenemers moeten bij toepassing van de NFC dus zowel de artikelen als de toelichting hierop in acht nemen.
Daarnaast was een veel gehoord commentaar dat de conceptcode de franchisenemers te veel beschermde en te veel verplichtingen oplegde aan de franchisegevers. Opvallend is dan ook dat de NFC in vergelijking met de conceptcode eigenlijk vrij weinig wijzigingen bevat. Ik zet de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij.
Een belangrijke wijziging ten opzichte van het concept, is dat de franchisegevers verplicht worden de franchisenemers een aanvangsopleiding te geven. Daartegenover staat dat expliciet in de NFC is opgenomen dat het de eigen verantwoordelijkheid is van de franchisenemer om zich in te spannen voor een succesvolle exploitatie van zijn onderneming.
Een andere belangrijke wijziging is dat er in de NFC een grotere rol is weggelegd voor de franchisevertegenwoordiging (de vertegenwoordiging van de gezamenlijke franchisenemers). De franchisevertegenwoordiging krijgt adviesrecht of instemmingsrecht. De franchisegever heeft voor wijzigingen in het franchiseconcept die een materieel effect hebben op de bedrijfsvoering van de gehele franchise, in beginsel instemming van de franchisevereniging nodig. Bereiken de franchisegever en de franchisevertegenwoordiging geen overeenstemming, dan mag de franchisegever de beoogde wijzingen niet eenzijdig doorvoeren.
Aan de NFC is verder een extra hoofdstuk toegevoegd over alternatieve geschilbeslechting. Hierin is opgenomen dat de franchisenemer en franchisegever zich kunnen wenden tot een geschillencommissie waarin zij een advies kunnen verkrijgen over hun geschil. Deze mogelijkheid vormt een alternatief voor de gang naar de rechter. De geschillencommissie is nog niet opgericht. Ook is nog niet duidelijk hoe de procedure bij de geschillencommissie eruit zal gaan zien.
Naleving van de NFC en wettelijke verankering.
De NFC werkt volgens het ‘pas toe of leg uit'-principe. Dit houdt in dat de regels uit de NFC in principe moeten worden toegepast, maar dat afwijking is toegestaan indien dit in een concrete situatie een beter resultaat geeft. Afwijking van de NFC moet wel worden uitgelegd. Niet duidelijk is aan wie deze afwijking moet worden uitgelegd. Ook is niet duidelijk wie toezicht gaat houden op naleving van de NFC en of de naleving van de code überhaupt kan worden afgedwongen.
Volgens minister Kamp bestaat er in de franchisesector nog steeds inhoudelijke weerstand tegen de NFC. Om brede naleving te waarborgen, gaat de minister de mogelijkheden onderzoeken om de NFC in de wet te verankeren. De minister zal de franchisesector daarnaast ondersteunen bij de oprichting van een geschillencommissie.
Er is nog een hoop onduidelijk over de status en afdwingbaarheid van de NFC. Of de nieuw gepresenteerde NFC nu wel voldoende draagvlak heeft onder de franchisegevers en -nemers, zal ook in de toekomst moeten blijken. Wordt ongetwijfeld vervolgd…
Vivian Dank is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.