Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Alle faillissementen zijn vervelend en ingrijpend voor alle betrokkenen. Dat dit zeker geldt voor faillissementen in de zorg beschreven wij al in een eerder blog.
Een gevolg van het faillissement is dat schuldeisers hun vorderingen niet meer jegens failliet kunnen instellen, maar deze bij de curator in het faillissement moeten indienen. Het is algemeen bekend dat de concurrente schuldeisers maar een hele kleine kans hebben dat zij hun vordering (gedeeltelijk) uitbetaald krijgen. In een recente zaak die speelde voor de Rechtbank Rotterdam probeerde een schuldeiser daarom een andere route om zijn vordering voldaan te krijgen. Hij sprak de doorstarter aan tot betaling.
De eiser in deze procedure is een vrijgevestigd medisch specialist voor anesthesiologie. Hij oefende zijn praktijk uit in het Ruwaard van Puttenziekenhuis op basis van een toelatingsovereenkomst. Het Ruwaard van Puttenziekenhuis heeft deze toelatingsovereenkomst opgezegd tegen 7 mei 2012. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg heeft geoordeeld dat deze opzegging in stand kon blijven, maar dat het Ruwaard van Puttenziekenhuis wel een vergoeding aan eiser moest betalen voor de praktijk die hij in het ziekenhuis had opgebouwd, een zogenaamde goodwillvergoeding. Op 27 mei 2013 heeft de Orde van Medisch Specialisten de hoogte van de goodwillvergoeding vastgesteld op € 170.000,-. Tot betaling van deze vergoeding is het echter nooit gekomen, omdat het Ruwaard van Puttenziekenhuis op 24 juni 2013 failliet werd verklaard. Deze faillietverklaring is voorafgegaan door een prepack. Het Spijkenisse Medisch Centrum (hierna SMC), een samenwerkingsverband tussen het Ikazia Ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis en Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, heeft de (immateriële) activa, inventaris en de voorraad van het Ruwaard van Puttenziekenhuis overgenomen en zo een doorstart gerealiseerd. Na de doorstart is de anesthesiologie praktijk van eiser voortgezet door Maatschap Dirksland en Maatschap Ikazia.
Eiser sprak onder andere SMC, Maatschap Dirksland, Maatschap Ikazia en de curatoren aan voor betaling van zijn goodwillvergoeding. Hij stelde dat SMC onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door zijn praktijk door te (laten) starten zonder hem hiervoor een vergoeding te betalen. Hij stelde daarbij dat SMC misbruik van omstandigheden heeft gemaakt, omdat zij voorafgaand aan de doorstart wist dat het Ruwaard van Puttenziekenhuis aan hem een goodwillvergoeding moest betalen, maar deze vergoeding niet bij de doorstart heeft betroken. Volgens eiser hebben Maatschap Dirksland en Maatschap Ikazia geprofiteerd van de onrechtmatige daad van SMC, omdat zij zijn praktijk hebben voortgezet. Eiser verweet de curatoren dat zij de belangen van eiser niet hebben betrokken in de doorstartonderhandelingen, terwijl zij wisten dat het Ruwaard van Puttenziekenhuis hem een goodwillvergoeding moesten betalen.
De Rechtbank Rotterdam maakt korte metten met de vorderingen van eiser. De goodwillvergoeding is een vordering die eiser op het Ruwaard van Puttenziekenhuis heeft. Deze vordering zal eiser daarom gewoon in het faillissement moeten indienen. Dat als gevolg van het faillissement van het Ruwaard van Puttenziekenhuis de goodwillvergoeding niet is betaald – en dat een uitkering aan de schuldeisers niet te verwachten is – is volgens de rechtbank spijtig, maar kan niet worden afgewenteld op SMC, Maatschap Dirksland en Maatschap Ikazia. Ook hoefden de curatoren eiser niet bij de onderhandelingen over de doorstart te betrekken. Curatoren moeten immers opkomen voor de gezamenlijke schuldeisers en bij een doorstart een zo hoog mogelijke opbrengst realiseren. Op hen rust niet de plicht om op te komen voor de belangen van één specifieke schuldeiser.
Voor meer informatie over faillissement of doorstart kunt u kijken op onze website. Mocht u vragen hebben over faillissement of doorstart, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Vivian Dank is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.