Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Met de toename van het aantal zzp’ers wordt de vraag wanneer wel en niet sprake is van een arbeidsovereenkomst – wat op zich al een belangrijke en vaak lastige vraag is – steeds belangrijker. Recent zijn daarover drie uitspraken gedaan, met verschillende uitkomsten.
In alle drie de gevallen ging het om postbezorgers van PostNL. Hun positie was vergelijkbaar: zij hadden als zelfstandige gecontracteerd, factureerden met btw, waren zelf eigenaar van de bus waarmee ze bezorgden, en kregen betaald per resultaat. Dat zijn allemaal omstandigheden die er op wijzen dat het daadwerkelijk zelfstandig ondernemers zijn, die ondernemers- en investeringsriciso dragen. Daar kwam bovendien bij dat de bezorgers zich vrij mochten laten vervangen, wat een belangrijk aspect is van de overeenkomst van opdracht (een van de kenmerken van een arbeidsovereenkomst is namelijk de verplichting van de werknemer om de arbeid persoonlijk te verrichten).
In twee van de drie gevallen kwam de kantonrechter tot het oordeel dat toch sprake was van een arbeidsovereenkomst. Er waren weliswaar onmiskenbaar elementen van een overeenkomst van opdracht, maar de kenmerken van een arbeidsovereenkomst wogen voor de kantonrechter zwaarder; dat betrof met name de strikte instructies die de bezorgers kregen, het feit dat ze op dagen dat ze voor PostNL werkten niet voor anderen mochten werken, en het feit dat het de vraag was of het contract met PostNL hen de ruimte liet om überhaupt voor anderen te werken. Saillant detail is dat een van de bezorgers zich ook daadwerkelijk vrij veel had laten vervangen door familieleden – 16% van de werktijd – maar zelfs dat was voor de rechter geen reden te oordelen dat geen sprake was van een arbeidsrelatie. Dat moest, zo oordeelde de rechter, worden “genuanceerd” omdat dat maar in één jaar was gebeurd in verband met een opleiding die de bezorger volgde.
Alleen in het derde geval was sprake van een overeenkomst van opdracht. Doorslaggevend was het feit dat die bezorger ook al vóór zijn overeenkomst met PostNL als zelfstandig ondernemer stond ingeschreven, en dat hij standaard vervangers inschakelde omdat hij meer routes had dan hij in zijn eentje aankon.
Er is veel te doen over deze uitspraken, zeker ook in de tijd dat de vraag wel/geen arbeidsovereenkomst ook in fiscale zin actueel is, met alle plannen rond het afschaffen van de VAR. Er is het nodige af te dingen op de uitspraken waarin geoordeeld is dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Vooral het feit dat de afwezigheid van de verplichting persoonlijk de arbeid te verrichten niet relevant is roept vraagtekens op – dit staat met zoveel woorden in de wet, en het is – zo staat in commentaren te lezen – niet aan de rechter om wetsbepalingen terzijde te schuiven. Tegelijkertijd wordt breed onderkend dat de uitspraken wel tegemoet komen aan het gevoel dat er nog steeds te weinig is geregeld ter bescherming van de zogenaamde schijnzelfstandige – de medewerker die op papier zelfstandig ondernemer is, maar die voor zijn werk en inkomen geheel afhankelijk is van één opdracht-/werkgever.
Het laatste woord is nog niet gezegd over deze kwestie, noch in deze zaken, noch over het vraagstuk in het algemeen – en evenmin over de WWZ, die in strijd met een van de doelstellingen tot gevolg lijkt te hebben dat steeds meer mensen in de flexibele schil worden gedwongen. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.