Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De Europese Dienstenrichtlijn, houdt de gemoederen behoorlijk bezig. Gisteren stelde de Afdeling bestuursrechtspraak opnieuw prejudiciële aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de uitleg van deze richtlijn. De Dienstenrichtlijn heeft als doelstelling om de vrije toegang tot de dienstenmarkt te bewerkstelligen. Voor diensten die onder de werking van de Dienstenrichtlijn vallen mag een vergunningstelsel worden ingevoerd om dwingende redenen van algemeen belang. Een vergunningstelsel is volgens de richtlijn elke procedure die voor een dienstverrichter of afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde instantie stappen te ondernemen ter verkrijging van een formele of stilzwijgende beslissing over de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit.
Of sprake is van een dienst zoals bedoeld in de Dienstenrichtlijn en wat dat dan vervolgens betekent stelde de Afdeling al eerder vragen (zie hierna) en gisteren dus opnieuw. In deze uitspraak vraagt de Afdeling aan het Hof van Justitie of detailhandel, die bestaat uit verkoop van goederen aan consumenten een dienst is. Het gaat in deze zaak om een bestemmingsplan in Appingedam voor een winkelgebied in volumineuze detailhandel (denk aan auto's, boten, caravans, keukens, badkamers, meubelen, bouwmaterialen, tuincentra enz. ). Vestiging van een schoen- en kledingwinkel is niet toegestaan; een vastgoedbedrijf dat een pand wil verhuren aan een winkel volgens het Bristol-concept stelt daarom beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Voorts vraagt de Afdeling of de ruimtelijke-ordeningsvoorschriften in het bestemmingsplan moeten worden aangemerkt als eisen of als een vergunningstelsel zoals bedoeld in de Dienstenrichtlijn, en zo ja, of deze voorschriften daar dan mee in strijd zijn.
Op 9 juli 2014 stelde de Afdeling vragen aan het Hof van Justitie over de reikwijdte en betekenis van de Dienstenrichtlijn in twee Amsterdamse zaken die handelen over (de afwijzing van) een exploitatievergunning voor respectievelijk passagiersvervoer over het water en een prostitutiebedrijf. De Afdeling vroeg het Hof van Justitie in de zaak over de exploitatievergunning passagiersvervoer of dit een dienst is waarop de richtlijn van toepassing is, en zo ja, of voor deze dienst een vergunning voor onbepaalde duur kan worden verleend in geval het aantal exploitatievergunningen beperkt is vanwege dringende redenen van algemeen belang. , de geldigheidsduur van deze vergunning ook moet worden beperkt mede gelet op de doelstelling van de richtlijn. Het Hof van Justitie deed uitspraak op 1 oktober 2015. Volgens het Hof is een activiteit die erin bestaat om passagiers over de binnenwateren van Amsterdam te vervoeren voornamelijk met als doel om tegen betaling rondvaart en partyverhuur aan te bieden een dienst is en dat de Dienstenrichtlijn zich ertegen verzet dat een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend als het aantal voor de betreffende activiteit te verlenen vergunningen beperkt is om dwingende redenen van algemeen belang. De Afdeling bestuursrechtspraak moet nu met inachtneming van het arrest van het Hof van Justitie uitspraak doen. De verwachting is dat dit binnenkort wel zal gebeuren. Ondertussen roept de kwalificatie van de rondvaart als dienstenactiviteit al weer een volgende vraag op, namelijk of de Dienstenrichtlijn ook niet toestaat dat een ligplaatsvergunning, die vereist is voor het innemen van een ligplaats, voor onbepaalde tijd te verlenen, gegeven het feit dat in Amsterdam een groot tekort is aan ligplaatsen en daarmee dus ook aan de benodigde vergunningen. Het is wachten op een zaak waarin de rechter hierover kan oordelen.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.