Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 10 december 2015, vier maanden na invoering van de Wet Werk en Zekerheid, werd in Nieuwsuur een enquête gepresenteerd die Nieuwsuur hield onder de leden van de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN), een vereniging van arbeidsrechtspecialisten.
Wij arbeidsrechtadvocaten merken tot nu toe dat werkgevers zich niet gedragen zoals de Minister met deze wet had bedoeld. Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid wilden de sociale partners en de Minister werkgevers ertoe aanzetten om werknemers eerder in vaste dienst te nemen. Dit werd onder andere gestimuleerd door de invoering van een voorspelbaar en voor ieder gelijk ontslagmechanisme. Ontslag van een werknemer kan thans in feite alleen nog op basis van één van de 8 in de wet opgesomde gronden. Daarnaast heeft iedereen die 2 jaar of langer in dienst is geweest bij beëindiging recht op een transitievergoeding (die nooit meer bedraagt dan € 75.000 of 1 jaarsalaris) ongeacht of de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigde omdat het voor bepaalde tijd gold, middels toestemming van het UWV werd opgezegd of door de kantonrechter werd ontbonden. De gedachte was dat door deze voorspelbaarheid werkgevers niet meer bang zouden hoeven zijn voor de werknemer in vaste dienst – waar zij niet meer zonder astronomische vergoedingen vanaf zouden kunnen. Verzet tegen een voorgenomen ontslag zou de werknemer voorts geen (financieel) gewin opleveren, hij kon immers zelf uitrekenen welke vergoeding hem toekomt.
Uit de enquête blijkt echter dat werkgevers juist minder mensen in vaste dienst nemen en bovendien proberen aan een transitievergoeding te ontkomen door werknemers voor maximaal 23 maanden in dienst te houden, zodat geen transitievergoeding verschuldigd is.
Minister Asscher reageerde als volgt op de uitkomst van de enquête: “De wet is nog nat, als bij het evalueren in 2018 zou blijken dat werkgevers de verantwoordelijkheid niet nemen, gaan we de wet aanscherpen. Er zijn afspraken gemaakt met werkgevers, dus dit is het moment om hun waardering te laten zien aan hun werknemers door het bieden van een vast contract.”
Ik ben het met de Minister eens dat het wat vroeg is om te concluderen dat de WWZ niet werkt. Het klopt echter wel dat het effect op dit moment averechts is, omdat er daadwerkelijk minder mensen in vaste dienst worden aangenomen. Dat betekent nog niet dat de bedoelde versoepeling van het ontslagrecht niet werkt. In de praktijk moet nog maar blijken of er ook daadwerkelijk makkelijker kan worden beëindigd. Op basis van de huidige schaarse jurisprudentie kunnen we dat nog niet beoordelen, alhoewel wel al enkele afwijzende ontbindingsbeschikkingen zijn gepubliceerd. Bovendien is de mogelijkheid van hoger beroep en cassatie ingevoerd, zodat we wellicht zullen moeten wachten op de eerste uitspraken van de Hoge Raad voor enige duidelijkheid. Pas als daaruit blijkt dat de WWZ wel het gewenste effect heeft kunnen werkgevers daarop anticiperen en durven zij hopelijk wel mensen in vaste dienst te nemen.
Op dit moment is het onvoorspelbaar hoe vast een vast contract is en hoe flexibel een bepaalde tijd contract. De angst dat een vast contract nu nóg moeilijker te beëindigen is dan “vroeger” is op dit moment echter zeker niet ongegrond. Het is dan ook begrijpelijk dat de gemiddelde ondernemer zich dergelijke onzekerheden niet kan permitteren.
We houden u op de hoogte over de ontwikkelingen in de praktijk en jurisprudentie.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.