Praktijkgebieden: Bouwrecht
Op 23-09-2015 heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan over de vraag of een aannemer aansprakelijk is voor waterschade veroorzaakt tijdens werkzaamheden aan het dak van een gebouw.
In de onderhavige zaak hebben de eigenaren van een bedrijfspand aan een aannemer opdracht gegeven tot het verwijderen van asbesthoudend dakmateriaal en het aanbrengen van nieuwe dakbeplating. Er is in de aannemingsovereenkomst niets opgenomen over wie diende zorg te dragen voor het afzeilen van het dak bij regen. Tijdens de werkzaamheden is er sprake van hevige regenval wat volgens de eigenaren, vanwege het onvoldoende nemen van maatregelen, heeft geleid tot aanzienlijke schade.
De eigenaren weigeren daarom een groot gedeelte van de aanneemsom aan de aannemer te betalen. De eigenaren stellen dat zij, vanwege verrekening van de waterschade met het restant van de aanneemsom, niets aan de aannemer zijn verschuldigd. De aannemer stapt naar de rechter en vordert betaling van de aanneemsom.
De rechter stelt bij de beoordeling van het geschil voorop dat dat als een aannemer een dak verwijdert, het risico op waterschade evident is. Het is daarom in beginsel (nu er geen afspraken zijn gemaakt over wie diende zorg te dragen voor het afzeilen van het dak bij regen) aan de aannemer om daartegen maatregelen te treffen. Tegelijkertijd is het volgens de rechter niet zo dat als er – ondanks die maatregelen – waterschade ontstaat, de aannemer zonder meer aansprakelijk is; welke maatregelen van de aannemer gevergd kunnen worden is afhankelijk van wat partijen over en weer zijn overeengekomen en van elkaar mochten verwachten.
De rechter stelt dat de aannemer in de onderhavige procedure niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de waterschade. Het ging namelijk om een loods die grotendeels leeg zou staan waarbij de aannemer, toen bleek dat het zou gaan regenen, de aanwezige spullen alsnog heeft afgedekt met waterdicht folie. Daarnaast is tussen de aannemer en de eigenaren – met het oog op de aangekondigde regenval- gesproken over het uitstellen van de werkzaamheden, waarbij de eigenaren hebben gekozen om de werkzaamheden voort te zetten.
Kortom, de aannemer is in dit geval niet aansprakelijk voor de waterschade.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.