Praktijkgebieden: Financiering en zekerheden
Op 17 november jl. berichtte de NOS: “Hof haalt streep door renteswap ABN“. Het arrest waar op wordt gedoeld is van het hof Amsterdam en is gewezen op 10 november 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:4647). Op dat arrest zal in het vervolg nader worden in gegaan, maar eerst sta ik kort stil bij de vraag wat een renteswap is.
De precieze strekking of betekenis van een renteswap is lastig uit te leggen, zoals hierna ook zal blijken. Maar kort gezegd is een renteswap bedoeld als “verzekering” tegen schommelende rentes. Een partij die een (hoge) lening met variabele rente voor een langere periode afsluit, kan door het sluiten van een renteswapovereenkomst het risico van een (sterk) stijgende rente afdekken.
In de zaak waarover het hof uitspraak deed, speelde samengevat het volgende. Een bedrijf sloot met ABN Amro in 2008 een renteswap-overeenkomst voor in totaal 15 miljoen euro met een looptijd van vijf jaar. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst werd het bedrijf geconfronteerd met een variabel rentepercentage over de 15 miljoen euro naast het vaste rentepercentage. Na verloop van tijd heeft het bedrijf daarover zijn ongenoegen geuit en de renteswapovereenkomst uiteindelijk vernietigd wegens bedrog en/of dwaling.
Kort gezegd was het bedrijf van mening dat het bij het aangaan van de renteswapovereenkomst onjuist en/of onvolledig is ingelicht over de strekking van de overeenkomst; het bedrijf was er niet van op de hoogte dat er – ondanks de renteswap – een (gedeeltelijk) variabel rentepercentage verschuldigd was.
Het Hof was met het bedrijf van oordeel dat het zich op de vernietigbaarheid van de renteswapovereenkomst kon beroepen, omdat er sprake was van dwaling. Daarbij speelde een rol dat ABN Amro het bedrijf een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven met betrekking tot de strekking van de renteswapovereenkomst. In de productbeschrijving van ABN Amro werd blijkens het arrest namelijk onder meer medegedeeld dat: “de klant gedurende de looptijd van de financiering verzekerd is van rentelasten die vooraf exact bekend zijn en wordt expliciet als één van de voordelen genoemd dat de klant de rente fixeert en volledig is beschermd tegen rentestijgingen“.
Daarbij past dan vanzelfsprekend niet dat een deel van de verschuldigde rente (achteraf) toch variabel blijkt te zijn. Sterker: volgens het hof staat dat lijnrecht tegenover de strekking van de renteswapovereenkomst.
Daarnaast achtte het hof ook aannemelijk dat het bedrijf de overeenkomst niet was aangegaan als het dit wel had geweten, juist omdat het doel van het bedrijf, afdekking van het renterisico, op deze wijze slechts gedeeltelijk werd bereikt.
Ervan uitgaande dat ABN Amro ook bij veel andere klanten dezelfde productbeschrijvingen heeft gehanteerd, kan het arrest voor de bank grote gevolgen hebben. Ook andere partijen kunnen zich beroepen op de onjuiste of onvolledige informatie in deze beschrijvingen. Uiteraard blijven ook andere omstandigheden van belang, zoals bijoorbeeld de mededelingen die namens de bank zijn gedaan en de ervaring van partijen met het afsluiten van (gelijkluidende) renteswapovereenkomst.
Hoe dan ook lijkt cassatie mij niet uitgesloten, wordt (mogelijk) vervolgd dus!
Geert Schnitzler is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied financiering en Zekerheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.