Praktijkgebieden: Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht
Het zal u niet zijn ontgaan: de politie voert acties in de strijd voor een (betere) cao. Afgelopen week leidde dat tot een uitspraak van het Hof Den Haag; de Staat had een verbod op acties gevorderd en het Hof heeft die eis afgewezen.
Eén van de taken van de politie is het assisteren van deurwaarders bij ontruimingen. Het uit hun huis of bedrijfsruimte zetten van mensen levert – begrijpelijk – vaak de nodige spanningen op, en de deurwaarder neemt daarom altijd de politie mee bij die uitzettingen. In het kader van het actievoeren voor een betere cao had de politie aangekondigd dit voor een bepaalde periode niet meer te zullen doen; gevolg was dat de deurwaarders in die periode geen uitzettingen meer zouden kunnen doen. De Staat (en overigens ook de beroepsorganisatie van deurwaarders) vond dat dit een inbreuk was op het recht van de burgers op een effectief proces (een uitzetting kan daar immers het sluitstuk van zijn); deurwaarders voeren een overheidstaak uit en de politie dient hen daarbij te ondersteunen, en dat werd door de acties onmogelijk gemaakt.
Het Hof verwerpt de stelling van de Staat en de deurwaarders dat een eerlijk proces – het grondrecht uit art. 6 EVRM – onmogelijk wordt door de actie. Bepaalde vormen van tenuitvoerlegging stokken, maar dat doet niet af aan het stelsel van het proces zoals wij dat kennen. Dat de acties voor aanzienlijke schade kunnen zorgen onderkent het Hof, en dat wordt ook meegenomen in de afweging. Het Hof vindt echter dat die schade de acties niet onrechtmatig maakt, mede omdat de politie al zo weinig mogelijkheden tot actievoeren heeft. Gevaar voor de openbare orde of veiligheid zijn immers gronden om acties niet toe te staan, veel van het werk van de politie draait om het waarborgen van die openbare orde en veiligheid, dus veel van hun werk valt al af waar het gaat om de mogelijkheid van actievoeren. Dit mocht dus, en daarmee is het Hof het eens met de rechtbank, die de acties al eerder toestond.
Het argument dat de politie al zo weinig mogelijkheden heeft om actie te voeren roept de vraag op of je dat ook zou kunnen omdraaien: is een actie te verbieden omdat de stakers een alternatief zouden hebben dat voor de werkgever of de maatschappij minder schadelijk is? In principe wel, al zal een beroep daarop niet heel snel slagen; aan actievoerders wordt een grote mate van vrijheid gegund te bepalen hoe ze actie voeren, en dat die acties pijn doen is nu juist een voorwaarde voor een geslaagde (althans: kansrijke) actie – ook als die pijn valt bij partijen die niets met het onderliggende conflict te maken hebben.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.