Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Wekelijks gaan bedrijven failliet. In sommige gevallen betreft het grote bedrijven, waarvan veel partijen gevolgen ondervinden. Een voorbeeld daarvan is het faillissement van technische dienstverlener Royal Imtech N.V. Het faillissement van Imtech werd op 13 augustus 2015 uitgesproken, twee dagen nadat aan haar voorlopige surseance van betaling was verleend.
Het faillissement van Imtech roept vragen op ten aanzien van de rechtspositie van betrokken partijen, en de mogelijkheden deze positie te versterken. In een tweetal blogs besteden wij daar aandacht aan. In dit eerste deel komt de positie van leveranciers aan bod, in het tweede deel de positie van schuldeisers in het algemeen en de positie van partijen die een nog lopend contract hebben met Imtech.
Een leverancier is in principe een concurrent schuldeiser in het faillissement. De leverancier kan dus gebruik maken van de mogelijkheden die elke schuldeiser tot zijn beschikking heeft (daarover schrijven wij in het volgende blog). Een leverancier heeft echter extra mogelijkheden tot zijn beschikking om te voorkomen dat hij slechts concurrent schuldeiser is en vermoedelijk weinig tot niets krijgt uitgekeerd. Of die mogelijkheden de leverancier tot zijn beschikking staan, hangt in grote mate af van wat partijen met betrekking tot de levering van de goederen zijn overeengekomen.EigendomsvoorbehoudIndien is overeengekomen dat de goederen onder eigendomsvoorbehoud worden geleverd, blijven deze – kort gezegd -eigendom van de leverancier totdat de factuur is voldaan. Indien de afnemer failliet gaat, kunnen de geleverde goederen dan ‘gewoon' op worden gehaald aangezien deze nog steeds het eigendom van de leverancier zijn. In de meeste gevallen vraagt de curator een beperkte bijdrage om het ophalen van de goederen te arrangeren.ConsignatiePartijen kunnen ook overeenkomen dat de goederen in consignatie worden geleverd, waardoor de verkoper bij verkoop recht heeft op commissie ten opzichte van de leverancier. De eigendom gaat bij verkoop rechtstreeks over van de leverancier naar de koper. Indien de verkoper failliet gaat, kan de leverancier – net als in het geval van eigendomsvoorbehoud – de goederen tegen betaling van een boedelbijdrage bij de curator ophalen.
Recht van reclameOnder bepaalde voorwaarden is een leverancier bevoegd het geleverde goed te reclameren voor het gedeelte van de koopprijs dat nog niet is voldaan. Deze mogelijkheid blijft ook in het geval van faillissement bestaan.
Wilt u weten welke mogelijkheden u heeft, of wilt u bij een eventueel volgend faillissement een sterkere uitgangspositie? U weet ons te vinden.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.