Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In de Wet Werk en Zekerheid is de mogelijkheid opgenomen om bij cao (of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan) een ontslagcommissie in te stellen. In geval van een bedrijfseconomisch ontslag zal deze cao-ontslagcommissie – in plaats van het UWV – oordelen over een verzoek tot toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst. Deze cao-ontslagcommissie kan zowel via een ondernemings-cao als via een bedrijfstak-cao worden ingesteld. Deze laatste cao kan algemeen verbindend worden verklaard.
De voornaamste reden om een cao-ontslagcommissie in te stellen, is om af te kunnen wijken van het in de Ontslagregeling vermelde afspiegelingsbeginsel, dat regelt in welke volgorde werknemers voor ontslag in aanmerking komen in geval van het vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische redenen. Deze regels uit de Ontslagregeling kunnen slechts buiten toepassing worden verklaard indien er bij cao een ontslagcommissie is ingesteld. Het instellen van een cao-ontslagcommissie is verplicht, omdat op deze wijze het UWV wordt ontlast van ontslagaanvragen waarbij afwijkende criteria voor de ontslagvolgorde worden gehanteerd. Het zou voor het UWV niet te doen zijn om telkens andere criteria te moeten hanteren bij de toetsing van een bedrijfseconomisch ontslag, waarbij tevens het risico bestaat van misverstanden en discussie tussen UWV en de betrokken cao-partijen over de bedoeling of inhoud van de (afwijkende) criteria.
In de wet wordt een aantal voorwaarden aan het instellen van een cao-commissie gesteld. Zo worden er eisen gesteld aan de vakbonden waarmee de cao zal worden afgesloten. Daarnaast schrijft de wet voor dat in de cao regels moeten worden gesteld met betrekking tot hoor en wederhoor, de vertrouwelijke behandeling van overgelegde gegevens, redelijke termijnen voor reacties van werkgever en werknemer en een redelijke beslistermijn.
De verdere invulling van de procedure is overgelaten aan de cao-partijen. Om te voorkomen dat cao-partijen iedere keer het wiel opnieuw moeten uitvinden, heeft de Vereniging voor Arbeidsrecht onlangs best practice rules (De cao ontslagcommissie code) gepubliceerd die cao-partijen kunnen opnemen in hun cao.
Deel 1 van de cao ontslagcommissie code geeft onder andere een nadere invulling van de hiervoor vermelde randvoorwaarden uit de wet. In dit deel staan onder meer regels over de samenstelling van de commissie, verschoning en wraking van een commissielid, een vergoeding voor de commissieleden en een geheimhoudingsplicht. Daarnaast worden er onder andere regels gesteld omtrent de procedure van de ontslagaanvraag bij de cao-ontslagcommissie en is geregeld dat (kort gezegd) commissieleden dezelfde ontslagbescherming genieten als werknemers die lid zijn van een medezeggenschapsorgaan.
De bepalingen uit deel 1 hangen allen met elkaar samen, waardoor het de bedoeling is dat het deel integraal wordt opgenomen in de cao. Deel 2 van de cao ontslagcommissie code bevat een facultatief gedeelte. Cao-partijen kunnen ervoor kiezen om een of meerdere van deze bepalingen in de cao op te nemen. Deze bepalingen bevatten onder andere regels over een digitale procedure, het publiceren van uitspraken van de commissie en de mogelijkheid om meerdere verzoeken, gericht op toestemmingen om verschillende arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen, gecombineerd te behandelen.
Wij verwachten niet dat er veel cao-ontslagcommissies zullen worden ingesteld. Indien cao-partijen wel een cao-ontslagcommissie willen instellen, dan is het wel handig om de cao ontslagcommissie code te hanteren. Het scheelt cao-partijen veel onderhandelingstijd en daarnaast zal bijvoorbeeld, indien code is nageleefd, niet snel worden geoordeeld dat een ontslagprocedure van de cao-ontslagcommissie onzorgvuldig is geweest.
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.