Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Op 16 juni 2015 heeft de Rechtbank Den Haag een uitspraak gedaan over de vraag of verschuiving van de opleverdatum van een bouwwerk kan worden aangemerkt als een wezenlijke wijziging. In deze zaak ging het om een aanbestedingsprocedure uitgeschreven door het Ministerie van Defensie voor het ontwerpen en het bouwen van binnenschietbanen en het onderhoud daarvan. De opdracht werd vergund aan ECC – de enige inschrijver.
Na de gunning en het sluiten van de overeenkomst diende ECC een definitief ontwerp in bij het Ministerie van Defensie. Bij het definitief ontwerp ontbraken echter de benodigde certificaten. De vergunde partij mocht daarom opnieuw een definitief ontwerp indienen, waarmee zij wederom de gelegenheid kreeg de benodigde certificaten aan te leveren. Hierdoor werd het project niet op de uiterlijke datum, zoals opgenomen in de Model Basisovereenkomst, opgeleverd.
Autron, een concurrent van ECC, raakte van deze gang van zaken op de hoogte en vorderde in een kortgedingprocedure dat het Ministerie van Defensie zou overgaan tot heraanbesteding van de opdracht. Autron stelde dat onder andere vanwege het geven van uitstel van de oplevertermijn van de schietbanen er sprake is van een wezenlijke wijziging van de opdracht. Volgens Autron hadden ook andere partijen, als zij dit vooraf hadden geweten, zich kunnen inschrijven voor deze opdracht.
De rechter is het hier niet mee eens. De rechter stelt, onder verwijzing naar arresten van het Hof van Justitie, dat er geen sprake van een wezenlijke wijziging. Daarbij acht de rechter van belang dat de vertraging van de opleverdatum is gekomen door een eerdere procedure van Autron tegen de aanbestedingsprocedure van dit project. Daarnaast volgt uit de Basisovereenkomst Aanbestedingsprocedure niet noodzakelijkerwijs dat latere oplevering onder geen beding, of niet zonder het verbeuren van de boete, zou zijn toegestaan. Verder valt volgens de rechter niet in te zien waarom andere partijen zouden hebben ingeschreven als nogmaals de mogelijkheid was geboden de juiste certificaten bij het definitief ontwerp over te leggen.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied aanbestedingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.