Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Uit eerdere blogs bleek al wel dat er bij de re-integratie van (langdurig) zieke werknemers nog wel eens iets fout gaat. Blijkens een nieuw wetsvoorstel meent ook de wetgever dat er verbeteringen mogelijk zijn voor de bedrijfsgezondheidszorg.In dit voorstel, dat voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden, is opgenomen dat een werknemer het wettelijk recht krijgt om een bedrijfsarts te spreken en dat wanneer de werknemer twijfelt aan het oordeel van een bedrijfsarts hij een second opinion kan vragen bij een andere bedrijfsarts – dit is iets anders dan het aanvragen van een deskundigenoordeel van een UWV verzekeringsarts, iets dat in de praktijk veelal een second opinion wordt genoemd. Voorts is in het voorstel opgenomen dat arbodiensten en bedrijfsartsen een onafhankelijke klachtenregeling dienen te hebben.
Op zich legt de Wet Verbetering Poortwachter de plicht op aan werkgevers om zich, wanneer een werknemer ziek is, door een bedrijfsarts bij te laten staan. Desalniettemin komt het nog steeds vaak voor dat (kleine) bedrijven geen arbodienst of bedrijfsarts hebben. Pas wanneer zich daadwerkelijk een (langdurig) ziektegeval voordoet, wordt in allerijl een bedrijfsarts gezocht. Een second opinion bij een andere bedrijfsarts is nu vaak niet mogelijk waardoor alleen het (door de werknemer te betalen) deskundigenoordeel van het UWV resteert als second opinion van een onafhankelijke derde. Daarnaast is binnen veel bedrijven niets geregeld over preventie.
De Minister meent dat de Arbowet dient te worden aangepast door werkgevers te verplichten een contract af te sluiten met een arbodienst of bedrijfsarts. In dit contract moeten bovenstaande eisen in ieder geval geregeld zijn (zoals een vrije toegang voor de werknemer, een onafhankelijke klachtenregeling en second opinion). Ook dient voldoende tijd/mogelijkheid te worden geboden voor het bezoeken van de werkplek. Is bovenstaande niet het geval dan kan de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie) handhavend optreden. Uiteraard staat het werkgevers wel vrij om meer te doen en aanvullende afspraken te maken over uitvoering, preventie, arbo-beleid ect.
Daarnaast dienen arbodiensten en bedrijfsartsen verplicht een beroepsziekte van een werknemer te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Ook dat werd deels al gedaan, maar men vermoed in slechts 30% van het totaal aantal gevallen. Daarnaast gebeurt dit vaak nog anoniem. Er blijkt met regelmaat niet onderkend of sprake is van een beroepsziekte. Er zal nader onderzoek worden gedaan onder bedrijfsartsen om het aangegeven kennisgebrek (met name over de criteria wanneer daarvan sprake is) te ondervangen. Wel is nu opgenomen dat wanneer een arbodienst of bedrijfsarts na laat een beroepsziekte te melden de Inspectie SZW handhavend optreden.
Uit de brief inzake de Toekomst Arbeidsgerelateerde Zorg is wel duidelijk dat de regering zelf ook meer aan voorlichting zal doen, initiatieven voor sectorale gezondheidszorg zal ondersteunen en dat er een betere samenwerking tussen bedrijfsarts en huisarts zal komen door het tekenen van een (consensusverklaring) tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging, de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde en het Nederlands Huisartsen Genootschap.
Het is overigens nog onduidelijk hoe de handhaving er precies uit zal zien omdat het wetsvoorstel zelf nog niet is gepubliceerd, maar uitsluitend een samenvatting van het wetsvoorstel. Zodra dat gepubliceerd is laten we het u weten!
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.