Praktijkgebieden:
Per 1 juli 2015 is de Woningwet 2015 in werking getreden. De herziene Woningwet heeft ingrijpende wijzigingen voor woningcorporaties tot gevolg. De taak van de woningcorporaties wordt bijvoorbeeld ingeperkt, het toezicht op de corporaties wordt verscherpt, krijgen huurders vergaande zeggenschap en kunnen gemeenten met de corporaties prestatieafspraken gaan vastleggen.
De woningcorporaties hebben uitsluitend de volkshuistingsbelangen te dienen en moeten vanaf 1 juli, uitzonderingen daargelaten, terugkeren naar hun kerntaak: het bouwen, verhuren en beheren van sociale woningen aan mensen met een laag inkomen of die om andere redenen moeilijk passende huisvesting kunnen vinden.
Woningcorporaties moeten bijdragen aan het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid en zodoende kunnen er prestatieafspraken tussen de gemeente, bewonersorganisaties en de corporatie worden vastgelegd.
Woningcorporaties moeten overleg voeren met huurdersorganisaties. Ook dienen ze jaarlijks de jaarrekening, het jaarverslag, volkshuisvestingsverslag en een overzicht van voorgenomen werkzaamheden aan hen ter beschikking te stellen. Daarbovenop heeft de huurdersorganisatie het recht om commissarissen voor te dragen voor de Raad van Toezicht en krijgt zij instemmingsrecht bij fusies.
Er komt een Autoriteit Woningcorporaties die integraal toezicht gaat houden op de woningcorporaties. Deze autoriteit zal het financiële en volkshuisvestelijke beleid, het beheer en de financiële situatie van de woningcorporatie en haar dochtermaatschappijen beoordelen. Overtreedt een woningcorporatie een van de vele vergaande regels, dan kan de Minister nu ook een bestuurlijke boete van ten hoogste € 20.250,- (per 1 januari 2014) opleggen.
De teugels worden dus flink aangehaald. Deze Woningwet 2015 is dan ook het antwoord van de wetgever op de misstanden die in corporatieland hebben plaatsgevonden en het kritische rapport van de parlementaire onderzoekscommissie. Of de woningcorporaties met deze wetswijziging vleugellam worden gemaakt omdat de regels te ver doorschieten, dat zal moeten blijken.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.