Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In eerdere blogs berichtten wij u dat een werkgever verantwoordelijk wordt gehouden voor eventuele fouten die door zijn arbodienst worden gemaakt en dat hij de daardoor geleden schade -onder omstandigheden- kan verhalen op de arbodienst. De aansprakelijkheid van een arbodienst is echter niet beperkt tot de schade die het gevolg is door fouten tijdens de verzuimbegeleiding: ook schade die wordt geleden door het niet juist informeren over de status van een werknemer kan worden verhaald, zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.
In deze zaak ging het om een werknemer die vanaf het moment dat zij in dienst trad frequent ziek uit viel. De arbodienst begeleidde de werknemer vanaf 2010 en was zodoende op de hoogte van het feit dat werkneemster in het verleden een WAO-uitkering had ontvangen. Niet alleen verzuimde de arbodienst dit te melden bij werkgever, ook verstrekte zij onjuiste informatie. Zo antwoordde de arbodienst op de vraag of er samenloop bestond met andere uitkeringen (zoals een vangnetuitkering op grond van de Ziektewet) dat er geen bijzondere wettelijke regelingen gelden terwijl dit wel het geval was. Immers door het WAO-verleden van werkneemster had werkgever gebruik kunnen maken van de no-riskpolis in de Ziektewet en dan zou het UWV het ziekengeld aan de werkneemster hebben betaald. Nu heeft de werkgever het ziekengeld betaald. De werkgever leed hierdoor aanzienlijke schade en stelde de arbodienst aansprakelijk voor deze schade.
De Arbodienst stelde echter deze informatie niet te mogen verstrekken wegens het medisch beroepsgeheim, en stelt deze informatie op grond van privacy regels niet te mogen geven zonder toestemming van de werkneemster. De arbodienst doet daarbij onder meer een beroep op “Leidraad bedrijfsarts en Privacy” van de NVAB en de “Code Gegevensverkeer en Samenwerking bij arbeidsverzuim en reïntegratie” van de KNMG.
De rechtbank merkt op dat werknemers op grond van de Ziektewet na twee maanden na indiensttreding verplicht zijn hun werkgever op diens verzoek te informeren omtrent een mogelijke aanspraak op ziekengeld op grond van de no risk polis. De werknemer is dus niet verplicht om tijdens zijn sollicitatie of de eerste twee maanden in dienst melding te maken van zijn WAO/Wia verleden. Voorts hoeft de werknemer geen informatie te verstrekken over de aard en oorzaak van de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. In een zaak omtrent de toekenning van ziekengeld heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) eerder geoordeeld dat wetenschap van de arbodienst omtrent de no risk polis kan worden toegerekend aan de werkgever (en dit de werkgever richting UWV dus niet disculpeert voor het te laat aanvragen). Daarbij heeft de CRvB uitdrukkelijk overwogen dat de arbodienst gehouden is deze informatie aan de werkgever te strekken en het voorts aan de werkgever is om met de arbodienst dusdanige afspraken te maken dat een no risk melding plaats vindt zonder dat (harde) medische gegevens worden doorgegeven.De rechtbank sluit daarbij aan en stelt dat de informatie omtrent WAO-verleden niet onder het medisch beroepsgeheim valt, en dat deze informatie de privacy van de werknemer niet schendt zolang er geen (harde) medische gegevens worden doorgegeven. Dat de richtlijnen van de NVAB en de KNMG anders luiden doet daaraan niet af. De arbodienst had de werkgever dus dienen te informeren over het WAO-verleden en is aldus aansprakelijk voor de door de werkgever geleden schade.
Voor het moment waarop de arbodienst aansprakelijk is, geldt het moment dat waarop de informatie over een mogelijke vangnetsituatie verkregen (kon) worden door de arbodienst. In casu werd de werknemer pas in 2010 eerst gezien op het spreekuur van de bedrijfsarts. Voordien was werkneemster weliswaar vaak ziek, maar kennelijk steeds zo kort dat zij geen bedrijfsarts zag. Dat betekent dat de arbodienst ook niet eerder kon althans hoefde te weten van het WAO-verleden van werkneemster. Pas vanaf het eerste spreekuur naar aanleiding van een ziekmelding is de arbodienst aansprakelijk voor de geleden schade van de werkgever.
Gelet op het voorgaande is het dus aan te raden om heldere afspraken te maken met uw arbodienst. Daarnaast is het nog beter om zelf standaard naar een WAO/WIA verleden te informeren bij werknemers nadat zij twee maanden in dienst zijn, dan wel in ieder geval na een eerste ziekmelding.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.