Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
U heeft het wellicht gelezen: de Hoge Raad heeft verleden week een uitspraak gedaan over het stakingsrecht die door verschillende schrijvers als baanbrekend wordt beschouwd. Is die uitspraak inderdaad zo belangrijk, en, meer concreet, wordt het stakingsrecht hiermee aanzienlijk verruimd, zoals wordt gesteld?
Staken is – ik schreef dat al eerder – een grondrecht dat is verankerd in het Europees Sociaal Handvest (“ESH”).Gebruik van het grondrecht is gekoppeld aan de zogenaamde spelregels (kort gezegd: staken mag alleen als uiterst middel), en kan daarna alleen worden verboden als belangen van openbare orde en veiligheid zich daartegen verzetten. De zaak waarin de Hoge Raad nu uitspraak heeft gedaan speelt rond stakingen die in november 2012 en febuari 2013 plaats hadden bij de Amsterdamse zorginstelling Amsta. Amsta stelde zich op het standpunt dat de acties onrechtmatig waren omdat zij niet waren aangekondigd en omdat het geen uiterst middel was: gesteld noch gebleken was dat de bonden het gewenste resultaat niet op een andere manier hadden kunnen bereiken. De voorzieningenrechter gaf Amsta daarin gelijk, en verbood verdere acties. Ook bij het Hof verloren de bonden.
Overtreding van de spelregels dus. Dat is op zich zeldzaam, omdat de rechter niet snel trad in de beoordeling daarvan: ze golden wel, de stakende partij moest dus wel stellen dat het een uiterst middel was, maar of dat zo was of niet werd grotendeels overgelaten aan de partij zelf. In 2000 stelde de Hoge Raad al dat die beoordeling met grote terughoudendheid moest geschieden omdat het om een grondrecht ging, en omdat de waardering van de vraag of er nog andere mogelijkheden waren afhing van de waardering van die mogelijkheden waarbij die beslissing ook nog eens in korte tijd moest worden genomen. Ik trok daaruit al eerder de conclusie dat die spelregels geen belangrijke rol speelden.
Terug naar Amsta. De Hoge Raad oordeelt hier anders dan voorzieningenrechter en Hof, en zelfs – inderdaad – radicaal anders: de Hoge Raad stelt niet (zoals te verwachten zou zijn) dat het Hof op onjuiste gronden was gekomen tot het oordeel dat hier geen sprake was van een uiterst middel; de Hoge Raad geeft aan dat de spelregels niet langer een zelfstandige maatstaf zijn om de rechtmatigheid van een staking te beoordelen. Staan ze daarmee helemaal buiten spel? Dat ook weer niet – de Hoge Raad geeft aan dat ze nog steeds een rol spelen bij de vraag of de staking moet worden beperkt verboden. Het gewicht van de spelregels hangt vervolgens af van omstandigheden als de omvang van de staking (naar duur of gebied). Dat betekent, concludeert de Hoge Raad, dat als de organisatoren aannemelijk maken dat een actie kan bijdragen aan het bereiken van het beoogde doel, die actie al valt onder de bescherming van het ESH.
Is dat nu een radicale omzwaai? Ja en nee. Wel omdat – inderdaad – de Hoge Raad voor het eerst uitspreekt dat de spelregels geen zelfstandige toets meer zijn. Dat betekent naar mijn mening echter niet dat – zoals ik links en rechts lees – het stakingsrecht nu zo wordt uitgebreid. De toets aan de spelregels was al een marginale, en de staker die stelde dat hij van oordeel was dat het een laatste middel was kwam al snel door de toets. Nu moet hij stellen dat zijn actie kan bijdragen aan het beoogde doel – ik denk dat het in de praktijk vaak op hetzelfde zal uitkomen, al wordt het voor de stakers ongetwijfeld wel iets makkelijker – met deze uitspraak zal een actie als bij Amsta niet nog een keer worden verboden.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.