Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel “Wet aanpak schijnconstructies” begin deze maand. De wet, die een uitwerking is van het Sociaal Akkoord april 2013, biedt een belangrijke basis voor het bereiken van gelijk loon voor gelijk werk. Het zorgt ervoor dat uitbuiting, onderbetaling van werknemers en oneerlijke concurrentie worden tegengegaan.
De Wet aanpak schijnconstructies kent verschillende maatregelen om schijnconstructies te voorkomen en aan te pakken. Ëén van de belangrijkste maatregelen betreft de ketenaansprakelijkheid van de opdrachtgever voor de betaling van het (cao-)loon. Op dit moment is alleen de werkgever nog aansprakelijk. In de toekomst worden opdrachtgevers van de werkgever (de onderaannemer) ook aansprakelijk. Zelfs de hoofdaannemer kan, weliswaar onder bepaalde omstandigheden, aansprakelijk gesteld worden. Dit heeft met name in sectoren waar veel met onderaannemers wordt gewerkt, zoals de bouw, grote gevolgen en zowel Bouwend Nederland als EVO hebben reeds aangekondigd deze ketenaansprakelijkheid onwerkbaar te vinden. Het is, zeker op een bouwterrein waar soms wel tien onderaannemers lopen, ook haast ondoenlijk om iedere dag van een ieder die daar werkt te controleren of hij/zij juist betaald krijgt, zeker omdat mogelijk ook niet alle werknemers onder dezelfde cao vallen. Een enorme administratieve last, met bijbehorende risico's. Ketenaansprakelijkheid kennen we ook van, onder meer, de uitzendbranche (voor betaling van het minimum loon).
Is toch te weinig betaald dan is het instellen van een loonvordering straks makkelijk voor de werknemer middels een verzoekschriftprocedure in plaats van met een dagvaarding.
Voorts is het onder de nieuwe wet verboden te verrekenen of inhoudingen op het minimum loon toe te passen. Dat betekent dat huisvestingskosten, ziektepremiekosten ect. niet meer op het minimum loon mogen worden ingehouden. Ook mag niet worden afgesproken dat een deel van het loon als onkostenvergoeding is aan te merken.
Voorts mag het salaris ook niet meer volledig contant worden uit betaald, maar dient minimaal het wettelijk minimum loon giraal te worden overgemaakt en dienen ook meer gegevens te worden vermeld op de loonstrook (waaronder een specificatie van de onkostenvergoeding).
De Inspectie van SZW zal de controle van de nieuwe wet ter hand nemen. Nieuw is dat namen van de gecontroleerde bedrijven bekend zullen worden gemaakt. Het “naming and shaming” is steeds vaker onderdeel van de aanpak van de overheid. Werden eerder al overtredingen waar milieu-informatie een rol speelt bekend gemaakt (bijvoorbeeld bedrijven die asbestregels overtreden), en gegevens over controles bij bedrijven die vallen onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO), nu volgen dus ook bedrijven die onderbetalen.
Wanneer?De Wet aanpak schijnconstructies (WAS) gaat gedeeltelijk in per 1 juli 2015. Alleen het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon, de verplichte girale betaling van tenminste het minimumloon en de specificatie van de onkostenvergoedingen op de loonstrook gaan per 1 januari 2016 in. Deze laatste maatregelen worden genomen zodat het beter te controleren is dat het minimumloon daadwerkelijk wordt uitbetaald, maar vragen wat extra voorbereidingen van werkgevers.
Vanaf 1 juli 2015 komt er een ketenaansprakelijkheid voor werkgevers en opdrachtgevers om het cao-loon te betalen, de Inspectie SZW gaat de namen van gecontroleerde bedrijven bekend maken en werkgevers- en werknemersorganisaties en de inspectie zullen informatie uitwisselen als zij vermoeden dat er geen cao-loon wordt uitbetaald.
Tip: Het is aan te raden uw contracten met onderaannemers eens goed onder de loep te nemen, voor het geval u onverwachts wordt geconfronteerd met loonvordering van een werknemer van een onderaannemer die heeft onderbetaald.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.