Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Op 1 juni 2015 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant geoordeeld over een last onder bestuursdwang van de gemeente Vught tot sluiting van een woning. De last onder bestuursdwang is opgelegd aan een huurder omdat in de woning een hennepkwekerij is aangetroffen.
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet is de gemeente Vught bevoegd om een woning te sluiten indien in de woning dan wel in of op bij de woning behorende erven hennep wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daar aanwezig is.
De huurder is het niet eens met de sluiting van de woning. Volgens de huurder blijkt uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 13b van de Opiumwet dat het uitgangspunt van dit artikel is dat bij een eerste overtreding van artikel 13b van de Opiumwet nog niet tot sluiting van de woning dient te worden overgegaan, maar moet worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. De huurder stelt dat de grondslag ontbreekt om af te wijken van dit uitgangspunt, omdat de gemeente geen beleid heeft ontwikkeld voor de toepassing van artikel 13b van de Opiumwet. Daarnaast zou er geen sprake zijn van een zeer ernstig geval op basis waarvan gerechtvaardigd van dit uitgangspunt kan worden afgeweken.
Wat betreft de stelling van de huurder dat de gemeente geen beleid heeft ontwikkeld oordeelt de rechtbank dat het ontbreken van beleidsregels niet afdoet aan de bevoegdheid van de gemeente om artikel 13b van de Opiumwet toe te passen. Het artikel verplicht namelijk niet tot vaststelling van beleidsregels.
Wel oordeelt de rechtbank, met verwijzing naar de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 13b van de Opiumwet, dat bij een eerste overtreding van dit artikel nog niet tot sluiting van de woning dient te worden overgegaan, maar moet worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. Van dit uitgangspunt mag in ernstige gevallen worden afgeweken.
In het onderhavige geval heeft de gemeente volgens de rechtbank onvoldoende aangetoond dat niet kon worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. De gemeente had dus eerst een waarschuwing of soortgelijke maatregel moeten nemen alvorens over te gaan tot sluiting van de woning.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.