Praktijkgebieden: Huurrecht
De afgelopen jaren maken steeds meer toeristen maken gebruik van websites als Airbnb, Roomorama en Wimdu, waarbij op de plaats van bestemming een woning gehuurd wordt in plaats van een hotel. Bij deze groeiende vraag naar het voor korte tijd huren van een woning, zien ook huurders van woningen in (bijvoorbeeld) Amsterdam een ogenschijnlijk makkelijke manier om wat geld bij te verdienen; de huurwoning wordt een aantal dagen onderverhuurd aan een toerist, de (hoofd)huurder verblijft deze paar dagen bij een vriend/vriendin, en na afloop heeft de huurder een fiks bedrag verdiend waarmee zomaar de huur voor die maand kan worden betaald (aan de hoofdverhuurder).
Het onderverhuren van een woning via Airbnb is echter niet zonder risico's, althans indien niet van tevoren hiervoor toestemming wordt verkregen van de hoofdverhuurder. In het merendeel van de huurovereenkomsten is onderverhuur zonder toestemming van de hoofdverhuurder namelijk niet toegestaan. Indien dan toch zonder toestemming via Airbnb wordt verhuurd, kan dit grote gevolgen hebben zo blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter te Amsterdam eind vorig jaar.
In deze uitspraak oordeelt de voorzieningen dat onderverhuur – behoudens toestemming van de verhuurder – in strijd is met de algemene bepalingen behorend bij de betreffende huurovereenkomst. In zoverre is sprake van een tekortkoming aan de zijde van de huurder, aldus de voorzieningenrechter. Nu het commerciële, telkens kortdurende verhuur aan toeristen betreft, waarvoor de huurder een in vergelijking met de feitelijke huurprijs (zeer) hoge huurprijs in rekening brengt, kwalificeert de onderverhuur als een zodanige tekortkoming dat voorshands door de voorzieningenrechter geoordeeld wordt dat deze tekortkoming in een bodemprocedure zal leiden tot een ontbinding van de huurovereenkomst. Het is volgens de voorzieningenrechter dan ook gerechtvaardigd om op de toewijzing daarvan vooruit te lopen en de door de verhuurder gevorderde ontruiming toe te wijzen, waarbij de huurder een termijn van een maand krijgt om het gehuurde te ontruimen.
Ogenschijnlijk onschuldige verhuur via Airbnb door een huurder kan aldus tot gevolg hebben dat de huurder op straat komt te staan. Maar dat is nog niet alles. In een zeer recente (nog niet gepubliceerde) uitspraak van de voorzieningenrechter te Amsterdam werd een huurder bovendien veroordeeld om (naast de ontruiming) een contractuele boete aan de hoofdverhuurder te betalen van € 17.500,-. Een gewaarschuwd huurder telt voor twee!
Christopher Seine is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.