Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Een vaste lijn in de jurisprudentie is dat de schriftelijke weigering door een bestuursorgaan om te gedogen behoudens uitzonderingen niet als besluit wordt aangemerkt. De bestuursrechter neemt bovendien niet snel aan dat sprake is van een bijzondere omstandigheid. Een schriftelijke verklaring dat zal worden gedoogd – gedoogverklaring – wordt echter wel als besluit aangemerkt, ook al is als hier net als bij de weigering geen sprake van rechtsgevolg als een overtreder het bestuursorgaan vraagt of het niet tot handhaving wil overgaan en de illegale situatie wil gedogen, en het bestuursorgaan dit verzoek schriftelijk inwilligt. Er verandert immers niets in het recht. Het besluitkarakter van de gedoogverklaring wordt om strategische redenen, rechtsbescherming voor derden, aangenomen in de rechtspraak. Een weigering om te gedogen is zoals gezegd ook niet op rechtsgevolg gericht, maar hier wordt geen strategisch besluit aangenomen. De verzoeker die met een weigering wordt geconfronteerd is aangewezen op de rechtsbeschermingsmogelijkheden tegen een eventueel te nemen handhavingsbesluit. Onlangs bevestigde de Afdeling bestuursrechtspraak dit in een uitspraak (201404670/1/A1) waarin aan appellant ‘een persoonsgebonden gedoogstatus' voor het permanent bewonen van een recreatiewoning was geweigerd. Bijzondere omstandigheden doen zich volgens de Afdeling in het geval waarover de uitspraak gaat niet voor. De Afdeling overweegt in dit verband, onder verwijzing naar een uitspraak uit 2004, dat ook in de situatie dat het bestuursorgaan bij de afgifte van gedoogbesluiten op aanvraag een bepaald beleid voert, een weigering om te gedogen niet kan worden aangemerkt als besluit. De door appellant aangevoerde omstandigheid dat reeds lange tijd onduidelijkheid bestond over zijn rechtspositie en dat hij groot belang heeft bij duidelijkheid, kwalificeert evenmin als een bijzondere omstandigheid. De Afdeling betrekt in haar overweging dat er reeds voor bezwaar vatbare handhavingsbesluiten zijn genomen en dat het niet als onevenredig bezwarend kan worden aangemerkt dat appellant de door hem gewenste duidelijkheid omtrent zijn rechtspositie dient te verkrijgen in de daartegen en tegen eventuele toekomstige handhavingsbesluiten gerichte procedures moet verkrijgen. Zoals gezegd blijkt uit eerdere rechtspraak al dat de bestuursrechter niet snel concludeert dat sprake is van bijzondere omstandigheden. Door de Afdeling is overwogen dat van een bijzondere omstandigheid sprake is indien aan het verzoek om een gedoogverklaring zeer klemmende, concrete gronden voor het aannemen van een rechtsplicht tot gedogen ten grondslag liggen. Een nogal cryptische formulering die niet meteen duidelijk maakt wat hieronder moet worden verstaan. Een voorbeeld uit de jurisprudentie waarin wel een besluit werd aangenomen is een geval waarin de weigering om te gedogen zo dicht tegen toepassing van bestuursdwang aan lag, dat verder bouwen geen zin meer had. Overigens is ook de intrekking van een gedoogverklaring geen besluit. Voor een burger al met al verwarrend dat hier geen eenduidigheid bestaat.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.