Praktijkgebieden: Incasso, beslag en executie
De EEX-Verordening (EEX-Vo) is de belangrijkste verordening op het gebied van de rechtsmacht bij internationale geschillen in burgerlijke en handelszaken en op het terrein van de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Op de sinds 2002 geldende verordening is een aantal wijzigingen aangebracht die met ingang van 10 januari 2015 gelden (Herschikte verordening). De Herschikte verordening is van toepassing op alle vorderingen, akten en gerechtelijke schikkingen die zijn ingesteld, verleden of getroffen ná 10 januari 2015.
De wijzigingen in verband met de rechtsmacht zijn beperkt. De hoofdregel blijft de regel van artikel 2 EEX-Vo, thans artikel 4 Herschikte verordening (de artikelen zijn vernummerd in de Herschikte verordening). In consumentenzaken, arbeidszaken en met betrekking tot forumkeuzes is het toepassingsgebied uitgebreid (zie voor de toepassing de artikelen 18, 22 en 25 van de Herschikte verordening).
Een van de belangrijkste wijzigingen is gelegen in het gebied van de tenuitvoerlegging. De Herschikte verordening schaft de de exequatur-procedure af.
Er bestonden voor de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in burgerlijke en handelszaken drie systemen. Het eerste is (was) de exequatur-procedure (automatische erkenning van een beslissing maar voor de tenuitvoerlegging was een exequatur vereist). Het tweede systeem is het EET-systeem op basis waarvan een beslissing in het land van herkomst als een Europese executoriale titel wordt gewaarmerkt, waardoor een verklaring van uitvoerbaarheid niet meer nodig is. Tot slot is er nog de procedure van het Europees betalingsbevel, welke beslissing noch een exequatur noch een EET behoeft voor tenuitvoerlegging. De Herschikte verordening maakt de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen mogelijk zonder enige vorm van proces. De artikelen 42 en 43 van de Herschikte verordening maken duidelijk welke, relatief simpele, stappen daartoe moeten worden genomen.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied incasso.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.