Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op dit moment ligt er een wetsvoorstel betreffende pensioengerechtigden bij de Tweede Kamer; het Wetsvoorstel werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit wetsvoorstel is op 11 november 2014 bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel heeft als doel het wegnemen van belemmeringen voor het werken na de pensioengerechtigde leeftijd. De belangrijkste wijzigingen komen hieronder aan bod.
– De duur van de loondoorbetalingsplicht, de re-integratieverplichtingen en het opzegverbod bij ziekte worden (van 104 weken) ingekort naar 6 weken. Door de verkorting van de re-integratieverplichtingen is een plan van aanpak niet meer nodig en zijn er ook geen inspanningen meer vereist voor re-integratie tweede spoor. Het hogere risico bij pensioengerechtigden op langdurig verzuim zal door deze maatregelen minder snel een reden voor de werkgever zijn om een pensioengerechtigde niet aan te nemen.
– De opzegtermijn voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst wordt verkort van maximaal 4 maanden (afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst) naar 1 maand. Een langere opzegtermijn is volgens de regering niet nodig, omdat de pensioengerechtigde kan terugvallen op zijn AOW-uitkering. •- De ketenregeling (op basis van de Wet Werk en Zekerheid), die inhoudt dat na 3 contracten of 24 maanden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat, zal ook van toepassing zijn op AOW-gerechtigden. Hiervan kan echter bij cao worden afgeweken. In de cao kan worden opgenomen, dat voor AOW-gerechtigden ten hoogste na 6 contracten of na 48 maanden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Tevens kan worden bepaald dat hierbij slechts de arbeidsovereenkomsten, die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, in aanmerking worden genomen.
– Om verdringing van jongere werknemers door AOW-gerechtigde werknemers tegen te gaan, zal de Wet minimumloon van toepassing worden verklaard op AOW-gerechtigde werknemers.
– Tot slot wordt de Wet aanpassing arbeidsduur buiten toepassing verklaard voor AOW-gerechtigden. Hierdoor is de werkgever niet verplicht in te gaan op verzoeken van de AOW-gerechtigde betreffende uitbreiding of vermindering van het aantal te werken uren.
Bovenstaande wijzigingen staan niet op zichzelf. Afgelopen jaar is reeds het Ontslagbesluit aangepast. Hierdoor geldt vanaf 1 april 2014 dat bij reorganisaties een AOW-gerechtigde als eerste voor ontslag in aanmerking komt.
Daarnaast is er reeds in de Wet Werk en Zekerheid een aantal maatregelen getroffen om belemmeringen voor het werken na de pensioengerechtigde leeftijd te voorkomen.Zo is vanaf 1 juli 2015 geen tussenkomst van UWV of rechter meer nodig voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst van een werknemer, die de pensioenleeftijd heeft bereikt (indien de overeenkomst vóór die leeftijd is aangegaan). Tevens is in de Wet Werk en Zekerheid een uitzondering gemaakt op de regeling van de transitievergoeding voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst bij of na het bereiken van de pensioenleeftijd; de werknemer heeft in dit laatste geval geen recht op een transitievergoeding.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van de maatregelen betreffende de loondoorbetaling en het opzegverbod bij ziekte is 1 juli 2016. De inwerkingtreding van de overige maatregelen staat reeds gepland voor 1 januari 2016. Voor het zover is, zal het wetsvoorstel echter eerst nog goedgekeurd moeten worden door de Tweede en Eerste Kamer.
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.