Praktijkgebieden: Bouwrecht
Op 13 oktober 2014 is een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam gepubliceerd omtrent de aansprakelijkheid van een aannemer die tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
De onderhavige zaak betreft een aannemingsovereenkomst ten behoeve van de aanleg van een tuin. De werkzaamheden bestonden naast het aanbrengen van een keerwand onder meer uit het opbrengen van twee lagen grond die met graszoden moest worden belegd. Na de aanleg bleek dat er na een periode met veel regen bovenmatig veel water op de nieuwe grondlagen bleef staan. De opdrachtgever heeft naar aanleiding van deze bevindingen een deskundige opdracht gegeven de situatie te onderzoeken. Deze deskundige heeft geconcludeerd dat er sprake was van een tekortkoming aan de zijde van de aannemer.
De aannemer is het niet eens met dit rapport en meldt de opdrachtgever dat hij in de gelegenheid wil worden gesteld om eventuele schade te herstellen als uit een onafhankelijk deskundigenbericht daarvan zou blijken. De opdrachtgever wil hier niet op wachten en geeft een derde opdracht om de herstelwerkzaamheden uit te voeren. Vervolgens vordert opdrachtgever de kosten die deze partij maakt van de aannemer.
Het hof wijst de vordering evenwel af. De opdrachtgever is namelijk, door niet in te gaan op het uitdrukkelijke aanbod en de uitdrukkelijke wens van aannemer om zelf tot herstel over te gaan op basis van een door een onafhankelijke deskundige opgesteld expertiserapport, in schuldeisersverzuim geraakt zoals opgenomen in artikel 6:58 BW. Hierdoor kan de aannemer, op grond van 6:61 BW, niet in verzuim zijn geweest en niet aansprakelijk worden gesteld voor de kosten van de herstelwerkzaamheden.
Het is dus als opdrachtgever van belang zorgvuldig om te gaan met een aanbod van een aannemer tot herstel van gebreken in het geval er sprake is van een niet deugdelijke nakoming van een aannemingsovereenkomst.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.