Praktijkgebieden:
De huizenprijzen lijken zich te stabiliseren, maar de afgelopen jaren heeft natuurlijk een flinke daling plaatsgevonden. Veel hypotheken staan momenteel “onder water”. Maar ook als de hypotheekschuld gewoon afgelost kan worden kunnen zich in een echtscheidingssituatie nog altijd problemen voordoen.
Zo ook in dit onlangs besliste geval. Daar was de overwaarde van de woning te laag voor terugbetaling van de investering van beide partijen. Partijen waren voor hun huwelijk bij huwelijkse voorwaarden een koude uitsluiting overeengekomen: daarmee gaven zij aan dat zij hun vermogens geheel gescheiden wilden houden. Het huis stond op naam van de vrouw en was dus haar eigendom. Er was echter privégeld in geïnvesteerd van zowel de vrouw als de man. Alles bij elkaar genomen was de verhouding tussen hun privé investeringen ongeveer 2:5, namelijk, in afgeronde cijfers, € 200.000 van de man en € 500.000 van de vrouw.
Aan het einde van het huwelijk bleek de overwaarde van de woning (dus: waarde minus hypotheekschuld) echter slechts circa € 300.000: veel te laag dus om hen ieder hun investering terug te geven. Hoe moest er nu afgerekend worden? De vrouw vond dat zij, als eigenaar van het huis, dan toch tenminste die gehele resterende opbrengst mocht behouden. De man vond dat geen eerlijke verdeling.
De rechtbank Amsterdam moest eraan te pas komen om dit geschil op te lossen. Die besliste dat de overwaarde naar rato moest worden verdeeld en dat daarmee de kous af was. Zo kreeg de man € 85.000 terug van zijn investering van € 200.000 en de vrouw behield rond de € 215.000 van haar investering van € 500.000. Daarmee had ieder dus naar verhouding evenveel last gehad van de daling van de huizenprijzen.
Deze wijze van verdeling van de overwaarde gaat natuurlijk niet op voor alle mensen die scheiden. Bepalend is eerst en vooral het huwelijksgoederen regime: zijn er huwelijksvoorwaarden opgesteld en zo ja, wat is de inhoud daarvan? Daarnaast zijn er echter ook andere voetangels en klemmen, waardoor de afhandeling van de scheiding zeer zorgvuldig moet worden besproken en bekeken.
Clasien van de Pas – Rutgers van der Loeff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.