Praktijkgebieden: Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht
Een opmerkelijk bericht op de site van De Telegraaf vandaag: maar liefst acht marechaussees zijn op staande voet ontslagen nadat zij waren betrapt op het stelen van snoep uit een automaat in de koninklijke stallen in Den Haag. Een woordvoerder van de marechausee bevestigt het bericht.
Is ontslag op staande voet opmerkelijk? Ja en nee. Het gegeven dat diefstal tot ontslag leidt zal in principe niet verbazen. In de jurisprudentie is daarover echter wel het nodige te doen geweest, en vooral rond de vraag of elke vorm van diefstal nu zodanig is dat daar ontslag op moet volgen. Er zijn twee voorbeelden die elke advocaat kent: de medewerker van de KLM (uitspraak gepubliceerd in JAR 2001/9) die op staande voet werd ontslagen wegens het leegeten van een geopend pakje pinda’s dat uit een vliegtuig retour kwam, en de medewerker van de Hema die na het feestje voor zijn pensionering – hij stond al met één voet buiten de deur! – op staande voet werd ontslagen en zijn VUT-regeling in rook zag opgaan.
De uitspraak inzake de KLM-medewerker leidde tot het adagium “diefstal is diefstal”, met andere woorden: het maakt niet uit wat je steelt, het is altijd reden tot ontslag op staande voet. KLM voerde een stringent beleid op dat terrein en kreeg dus van de rechter gelijk. Ten aanzien van de medewerker van de Hema onderschreef de Hoge Raad dat toch niet helemaal: een werkgever mag een stringent beleid voeren (en in beginsel dus altijd ontslaan), maar hij moet wel de omstandigheden rond die diefstal afwegen tegen de gevolgen voor de medewerker. In een volgende zaak rond – wederom – diefstal uit een open zakje pinda’s bij diezelfde KLM viel die afweging in het voordeel van de werknemer uit.
Terug naar onze marechaussees – dat zijn (waren) geen gewone werknemers maar ambtenaren en ook nog eens geen gewone ambtenaren, maar militairen met een politiefunctie – voor hen geldt uiteraard een strengere eis waar het gaat om integriteit. Bovendien: diefstal van snoep lijkt onschuldig, maar het blijft diefstal, in dit geval ten koste van de exploitant van de snoepmachine. Bovendien lijk je uit het verhaal te kunnen afleiden dat de acht niet toevallig zijn betrapt bij de eerste keer dat ze het deden. Daarin zit echter nog wel wat (potentieel) venijn, dat wordt onderstreept door een verhaal van de moeder van één van de betrokkenen in De Telegraaf (te weten: dat haar zoon had gehoord dat niemand voor zijn snoep betaalde omdat rammelen aan de machine ook werkte): het is onwaarschijnlijk dat deze acht de enigen waren die het deden, en daarmee dringt de vraag zich op of de leiding hiervan wist zonder in te grijpen. Als dat zo is praat dat het gedrag niet goed, maar zou er wel een grond zijn te stellen dat het strafontslag onevenredig is als op eerder plichtsverzuim (dat is de term bij ambtenaren) geen reactie is gevolgd. Want een stringent beleid mag geoorloofd zijn, je moet dat beleid dan ook wel uitvoeren om je er op te kunnen beroepen.
Ik verwacht niet dat hierover op korte termijn nog gek veel meer nieuws in de pers verschijnt, maar wie weet zien we er iets van terug in de jurisprudentie. Dat zal wel even duren, maar als het gebeurt kom ik er op terug.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.