Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De eerste uitspraak over het opleggen van een bestuurlijke boete voor een illegaal hotel in Amsterdam is een feit. Op 20 mei 2014 oordeelde de rechtbank Amsterdam dat het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum in dit geval terecht twee bestuurlijke boetes van in totaal € 24.000,- aan de eigenaar had opgelegd wegens overtreding van de huisvestingsregels door de woningen aan toeristen te verhuren (zie verder onze blogs van 23 augustus 2013 en 7 juni 2012).
Het gaat hier om een eigenaar van een pand aan de Warmoesstraat die zijn bovenwoningen aan toeristen had verhuurd. Dat deed hij niet rechtstreeks, daar schakelde hij een bemiddelingsbureau voor in. Door toezichthouders zijn er tijdens een inspectie in het pand zestien slaapplaatsen en drie toeristen aangetroffen. Als verklaring voor de toeristische verhuur is afgegeven dat het pand anders niet rendabel te exploiteren is.
Uit de uitspraak blijkt dat de eigenaar ruiterlijk heeft toegegeven dat hij de huisvestingsregels heeft overtreden door onomwonden te verklaren dat hij de woningen hotelmatig aan toeristen heeft verhuurd. Het zijn de eigen verklaring van de eigenaar en de aangetroffen slaapplaatsen en toeristen in het pand die hem de das hebben omgedaan. De eigenaar voert vervolgens nog één (boeteverlagende) omstandigheid aan: de eigenaar zegt geen schuld aan de overtreding te hebben (geen boete zonder schuld) en dat de hoogte van de boete daarom niet passend en geboden is omdat het pand anders niet te betalen is. Maar de rechter maakt hier korte metten mee en matigt de boetes niet. In dit oordeel kan ik de rechtbank wel volgen; de enkele stelling dat de woningen niet rendabel te verhuren zouden zijn, kan geen excuus zijn om dan maar de wet te mogen overtreden. Dan zou het einde zoek zijn.
Enigszins teleurstellend vind ik de casus toch wel. Veel argumenten zijn onbenut gebleven. Een algemene lijn valt uit de uitspraak nog niet op te maken (behalve dan dat de overtreder beter niet de feiten en overtreding kan erkennen en een onrendabele exploitatie geen excuus geeft voor het overtreden van de wet). Het is wachten op volgende uitspraken, die er ongetwijfeld binnen afzienbare tijd zullen gaan komen.
U kunt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam hier downloaden (PDF).
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.