Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Afgelopen dinsdag, 17 juni 2014, is het Wetsvoorstel Omgevingswet aan de Tweede Kamer aangeboden. Hiermee is ook het advies dat de Afdeling advisering van de Raad van State als begin dit jaar uitbracht openbaar geworden. Het wetsvoorstel, memorie van toelichting en het advies zijn te bekijken op http://www.tweedekamer.nl (Kamerstukken II, 2013/14, 33 962, nrs. 1-4).
Het wetsvoorstel brengt het bestaande omgevingsrecht onder in één wet. Doel ervan is het omgevingsrecht te vereenvoudigen, inzichtelijker te maken en samenhangende besluitvorming mogelijk te maken.
De Omgevingswet regelt 6 kerninstrumenten: de omgevingsvisie, het programma, het omgevingsplan/de provinciale en waterschapsverordening, de algemene regels voor activiteiten in de leefomgeving, het projectbesluit en de omgevingsvergunning. In onze Nieuwsbrief schreven we al eerder over o.a. het omgevingsplan.
Het gaat om veel grootschaligere integratie dan die met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en daarop gebaseerde regelgeving (onder andere het Besluit omgevingsrecht) is gerealiseerd. De Minister spreekt van een ‘stelselherziening'. Deze herziening omvat behalve het wetsvoorstel voor de Omgevingswet, waarin vele bestaande wetten in zullen opgaan, ook een grootschalige integratie van de huidige uitvoeringsregelgeving (algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen).
Vooralsnog is het de bedoeling dat de uitvoeringsregelgeving zal bestaan uit slechts 4 algemene maatregelen van bestuur: het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving en twee algemene maatregelen van bestuur over activiteiten in de leefomgeving. Het Omgevingsbesluit geeft de algemene en procedurele bepalingen ter uitwerking van de instrumenten in de Omgevingswet. De hiervoor genoemde 6 kerninstrumenten zullen in het Omgevingsbesluit verder worden uitgewerkt. Het Omgevingsbesluit regelt daarnaast toedeling van bevoegd gezag en gaat bepalingen over grondexploitatie en over toezicht en handhaving bevatten. Het Besluit kwaliteit leefomgeving gaat de inhoudelijke normen bevatten die zich richten tot bestuursorganen, zoals vaststelling van omgevingswaarden, instructieregels die doorwerking van omgevingswaarden en andere doelen naar besluitvorming van bestuursorganen regelen. De twee andere algemene maatregelen van bestuur zullen regels omvatten die zich rechtstreeks richten tot burgers, bedrijven en overheden bij hun feitelijk handelen. Het gaat hier om integratie van regels die nu voor het grootste deel zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bouwbesluit 2012.
De stelselherziening wordt gefaseerd uitgevoerd. De Raad van State heeft o.a. geadviseerd om de ontwerpen voor de algemene maatregelen van bestuur gelijktijdig met het wetsvoorstel voor de invoeringswet voor advies aan haar voor te leggen, zodat dan ook kan worden beoordeeld of het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht zal beantwoorden aan de doelstellingen van het wetsvoorstel en de Minister heeft aangegeven hiernaar te zullen streven. In de komende tijd zullen we nog vele blogs over de stelselherziening schrijven.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.