Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Er wordt bijna geen of misschien wel geen gesprek door curatoren gevoerd waarin het woord boedel niet valt. Het draait allemaal om de boedel en de belangen daarvan. Maar wat houdt deze term nu eigenlijk in?
De term boedel komen we op allerlei plaatsen in de Faillissementswet tegen. Een definitie of omschrijving van de term boedel wordt echter niet gegeven. Uit de context van de Faillissementswet wordt wel duidelijk dat met de boedel wordt bedoeld hetgeen in artikel 20 Faillissementswet is omschreven als: het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft. Het vermogen in artikel 20 Faillissementswet heeft slechts betrekking op de activa, dat wil zeggen op de goederen die strekken tot verhaal als bedoeld in artikel 3:276 BW. De boedel bestaat dus uit het totaal van goederen waar het faillissementsbeslag op rust.
De harde regel van artikel 20 Faillissementswet kent een aantal uitzonderingen. Een aantal goederen blijven buiten het faillissement en vallen dus niet in de boedel. Ten aanzien van deze goederen blijft de schuldenaar ook beschikkingsbevoegd. Hij kan deze goederen bijvoorbeeld nog steeds vervreemden of bezwaren. Een voorbeeld van een goed dat buiten de boedel valt zijn de gelden die aan gefailleerde worden verstrekt ter voldoening aan een wettelijke onderhoudsplicht of (onder voorwaarden) een aanspraak op het tegoed van een lijfrentespaarrekening.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.