Praktijkgebieden:
Woensdag 19 maart 2014 mogen we weer naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. In Amsterdam en Rotterdam hebben de verkiezingen een bijzonder tintje. Met de ‘Wet afschaffing deelgemeenten' van 7 februari jl. houden de Amsterdamse en de Rotterdamse deelgemeenten vanaf woensdag van rechtswege op te bestaan. Dat betekent dat alle taken en bevoegdheden die nu onder meer aan de deelraden zijn gedelegeerd, teruggaan naar de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.
In Amsterdam zit men daar niet echt op te wachten. De stad heeft dat willen ondervangen door het instellen van bestuurscommissies. Artikel 83 van de Gemeentewet biedt de raad, het college en de burgemeester de bevoegdheid om bestuurscommissies in te stellen en allerhande taken en bevoegdheden over te dragen. Zo'n bestuurscommissie wordt dan zelfstandig bevoegd om besluiten te nemen. In de gevallen dat delegatie van bevoegdheden niet is toegestaan, kan de bevoegdheid ook worden gemandateerd. In dat geval neemt een bestuurscommissie de besluiten namens het bevoegde bestuursorgaan.
Amsterdam houdt haar stadsdelen en kiest voor het instellen van zeven territoriale bestuurscommissies (gelijk aan de huidige stadsdelen), die elk zo'n 13 tot 15 leden kent. De commissieleden kiezen uit hun midden een dagelijks bestuur. Zo op het eerste gezicht lijkt er dus weinig te veranderen.
Juridisch en bestuurlijk ligt dat anders. De bestuurscommissies, of het algemeen bestuur daarvan, zijn geen algemeen vertegenwoordigend lichaam zoals de stadsdeelraden dat wel waren. De bestuurscommissies krijgen aanzienlijk minder taken en bevoegdheden overgedragen. Dat vloeit voort uit de ‘Wet afschaffing deelgemeenten' en onder meer art. 83 van de Gemeentewet. De wetgever wil niet dat bestuurscommissies als extra bestuurslaag functioneren (zoals de stadsdelen dat wel deden).
De bestuurscommissie zijn ingesteld bij de ‘Verordening op de bestuurscommissies 2013' van juni 2013, die in januari 2014 nog is gewijzigd . Daarbij horen twee omvangrijke bijlagen: “takenlijst bestuurscommissies” en “bevoegdhedenregister bestuurscommissie”. Hierin is uitvoerig de verdeling van taken en bevoegdheden geregeld. Per onderwerp wordt aangegeven of de desbetreffende bevoegdheid wordt gedelegeerd dan wel gemandateerd.
Het voert te ver in deze blog alle taken en bevoegdheden op te sommen. Wel noem ik er een paar die er voor mij uitspringen.
Bestemmingsplannen worden niet meer op decentraal niveau vastgesteld. De bestuurscommissies doen het voorbereidende werk, zij bereiden de conceptbestemmingsplannen voor, leggen deze ter inzage en dragen zorg voor de conceptbeantwoording van de zienswijzen. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast.
De besluitvorming over de short stay vergunning, splitsingsvergunning én overige vergunningen op grond van de Huisvestingwet wordt in beginsel gedelegeerd aan de bestuurscommissies. De bevoegdheid om te handhaven op grond van de Huisvestingswet daarentegen niet. Dus alleen het college kan een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom/bestuursdwang aan de overtreders opleggen.
Het zijn de bestuurscommissie die bevoegd zijn om omgevingsvergunningen te verlenen. Maar: niet in alle gevallen. Gaat het bijvoorbeeld om het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een gebruik in strijd met een bestemmingsplan dat alleen met een goede ruimtelijke onderbouwing kan worden verleend (een zgn. projectafwijkingsbesluit), dan houdt het college de bevoegdheid.
Kortom: het wordt er allemaal niet makkelijker op. Er zal telkens per onderwerp in het bevoegdhedenregister opgezocht moeten worden welk orgaan bevoegd is. Of dit nieuwe bestuurlijke bestel voor de burger ook zo overzichtelijk en gebruiksvriendelijk zal zijn, daar heb ik mijn twijfels over. De praktijk zal het leren.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.