Praktijkgebieden: Vastgoed
Op 11 september 2013 heeft de rechtbank Den Haag een uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een Makelaar voor de schade ontstaan door het niet juist berekenen van het woonoppervlak van een woning.
Het gaat hier om een geschil tussen de koper van een appartement en de verkoopmakelaar. De koper heeft het appartement gekocht voor 110.000 euro. De koper heeft voor de koop het appartement bezocht naar aanleiding van een advertentie op Funda. In de verkoopinformatie stond vermeld dat het woonoppervlak “ca. 60m2” bedroeg.
Na renovatiewerkzaamheden is de koper erachter gekomen dat de woning 51,9 m2 groot was in plaats van 60 m2. Dit is een verschil van 8,1 m2.
De koper neemt juridische stappen. De vraag die de rechtbank onder meer moest beantwoorden, is of de makelaar onrechtmatig heeft gehandeld jegens de koper door niet de door de NVM voorgeschreven meetinstructie te volgen en te melden dat het woonoppervlak “ca. 60 m2” was.
De rechtbank refereert allereerst aan een arrest van de Hoge Raad op 17 februari 2012. Op basis van dit arrest oordeelt de rechtbank: “de vraag of een makelaar die bij een transactie betrokken is, gehouden is om zelfstandig te (laten) controleren of van de opdrachtgever of een derde ontvangen gegevens die onder zijn verantwoordelijkheid aan potentiële kopers worden meegedeeld, juist zijn, kan niet in haar algemeenheid worden beantwoord. Dat antwoord is afhankelijk van de omstandigheden van het geval (HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6161).”
De rechtbank heeft de omstandigheden van het geval beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de makelaar jegens de koper onrechtmatig heeft gehandeld door het woonoppervlak van de woning niet volgens de door de NVM voorgeschreven meetinstructie te berekenen. Deze meetinstructie is voor alle NVM-makelaars sinds 1 september 2010 verplicht voor alle verkoopopdrachten van woningen. Van een redelijk en bekwaam handelend NVM-makelaar mag worden verwacht dat deze de door de NVM voorgeschreven meetinstructie volgt. De koper van de woning mocht er in beginsel op vertrouwen dat de door de makelaar opgegeven oppervlak van de woning volgens de meetinstructie was berekend.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.