Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
De zorgplicht van de Woningwet strekt niet zover dat een vermeende overtreder op basis van deze plicht gedwongen kan worden tot het verkrijgen van meer inzicht in de bestaande bouwkundige situatie. Het opleggen van dergelijke verplichting kan daarom ook niet ten grondslag worden gelegd aan het opleggen van een last onder bestuursdwang, zo oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State recentelijk in haar uitspraak van 11 september jl.
In de Woningwet is in artikel 1a lid 2 de algemene zorgplicht opgenomen. Dit artikel bepaalt kort gezegd dat een ieder die een bouwwerk bouwt, gebruikt, laat gebruiken of sloopt er voor zorg dient te dragen (voor zover dat in diens vermogen ligt), dat als gevolg van dat bouwen, gebruik of slopen geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
In de zaak die geleid heeft tot voornoemde uitspraak van de Afdeling constateert het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen bij een bewoner dat de zolderverdieping niet in overeenstemming is met de geldende regels. Bij besluit van 20 mei 2011 heeft het college aan de bewoner daarom een last onder bestuursdwang opgelegd en hem onder meer gelast aan de gemeente de resultaten over te leggen van een deskundig en onafhankelijk onderzoek naar de bouwkundige staat van de woning en naar de deugdelijkheid van de elektrische installatie.
De bewoner stelt beroep hiertegen in en krijgt gelijk van de rechtbank. Het college gaat hiertegen in hoger beroep bij de Afdeling, echter zonder succes. De Afdeling zet eerst uiteen dat onder een herstelsectie, zoals bedoeld in artikel 5:2 lid 1 sub b van de Algemene wet bestuursrecht, wordt verstaan een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
In artikel 5:21 Awb is vervolgens bepaald dat onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Volgens de Afdeling heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel dat de last, strekkende tot het doen van nader onderzoek, als een herstelsanctie als bedoeld in artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb kan worden aangemerkt. Daartoe heeft de rechtbank terecht overwogen dat deze last uitsluitend is gericht op het verkrijgen van meer inzicht in de bestaande situatie.
De in artikel 1a, tweede lid, van de Woningwet neergelegde zorgplicht biedt, anders dan het college betoogt, geen grondslag voor het opleggen van een dergelijke last. Volgens de Afdeling heeft de rechtbank in dit verband terecht overwogen dat deze zorgplicht niet zo ver strekt dat van de bewoner kan worden verlangd dat hij inzicht verschaft in de bouwkundige staat van zijn woning. Het had op de weg van het college had gelegen om ter zake nader onderzoek te verrichten. Het betoog van het college van B&W faalt derhalve. Mijns inziens een logische uitspraak. Met het louter verschaffen van inzicht wordt immers geen concrete overtreding ongedaan gemaakt of voorkomen. De bestaande situatie blijft hetzelfde.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.