Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Omgevingsrecht, Ruimtelijke ordening
Bestemmingsplannen moeten op de voorgeschreven wijze worden bekendgemaakt en ter inzage gelegd. Artikel 1.2.1. lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat bestemmingsplannen elektronisch beschikbaar moeten zijn. Indien er een verschil bestaat tussen het digitale plan en het plan op papier, dan is de inhoud van het digitale plan bepalend (art. 1.2.3. lid 2 Bro). Al deze plannen moeten via een landelijke voorziening raadpleegbaar zijn (art. 1.2.1. lid 2 Bro). De landelijke voorziening als hier bedoeld is www.ruimtelijkeplannen.nl.
In de praktijk gaat het met het digitaal ter inzage leggen van (ontwerp)bestemmingsplannen soms mis. Het plan wordt niet tijdig, of onvolledig geüpload of er wordt een onjuiste versie van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich de afgelopen twee jaar over dergelijke omissies een oordeel mogen vellen.
Uit een uitspraak van 16 augustus 2013 blijkt vooral dat plannen goed op de landelijke website moet zijn gepubliceerd. In deze uitspraak stond een ontwerpbestemmingsplan centraal dat – ondanks wat de publicatie vermeldde – niet op de gemeentelijke website beschikbaar was, maar wel op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen was. Omdat het plan goed op de landelijke site stond, gaf dat voor de Afdeling geen reden voor vernietiging (ABRvS 16 augustus 2013, 201211204/1/R1).Is een bestemmingsplan via de landelijke website niet of niet goed toegankelijk doordat bijvoorbeeld de bestemmingen op de site niet goed zichtbaar zijn, dan leidt dat eveneens niet tot een vernietiging. De Afdeling oordeelde dat dergelijke onregelmatigheden die na de datum van het besluit plaatshebben, geen afbreuk doen aan de rechtmatigheid van het besluit zelve (ABRvS 15 augustus 2012, zaaknr. 201104303/1/R4).Op de landelijke website moet echter wel een juiste versie van het bestemmingsplan worden gepubliceerd. Wordt er een versie van het bestemmingsplan geplaatst die niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan zoals de raad dat blijkens het vaststellingsbesluit heeft vastgesteld, dan is er na vaststelling van het plan een rechtsonzekere situatie ontstaan. Komt het college er op tijd achter, dan kan het de omissie herstellen door de foutieve versie van de website te verwijderen, en de juiste versie van het bestemmingsplan te publiceren en opnieuw ter inzage te leggen (ABRvS, 24 juli 2013, 201201494/1/R4). Gebeurt dat niet en de omissie wordt door het college niet tijdig hersteld, dan wordt het hele bestemmingsplan wegens strijd met rechtszekerheid vernietigd (ABRvS 24 oktober 2012, 201104113/1/R2).
Kortom: de landelijke website is dus altijd leidend. Op die site moet altijd een juiste versie van het bestemmingsplan zijn gepubliceerd. Dat de site niet altijd goed toegankelijk is, maakt niet uit.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.