Praktijkgebieden:
Toezicht op de advocaat heeft de laatste tijd nogal in de belangstelling gestaan. Spraakmakend was het oordeel van het Hof van Discipline in de tuchtzaak tegen Bram Moszkowicz, die als advocaat werd geschorst. Op dit moment is het nodige te doen over de voorstellen van staatssecretaris Teeven om het toezicht op de advocaat onder te brengen bij een overheidsinstantie.
Wij hebben ons op deze plek over deze kwesties niet of nauwelijks uitgelaten. Het zijn gevoelige zaken, en waar het gaat om toezicht op – uiteindelijk – jezelf is het de vraag of je zelf je beste advocaat kunt zijn. Toch wat opmerkingen van mij over deze kwestie (dit geheel op persoonlijke titel) die ik met u wil delen, omdat het een belangrijke zaak is en omdat overheidstoezicht op de advocaatuur een slecht plan is. Echt.
Dat er toezicht moet zijn zal niemand betwisten. Advocaten hebben, net als bijvoorbeeld artsen, een relatie met hun cliënten die zodanig is dat die cliënten blind op hen moeten kunnen vertrouwen. Wij zijn – het is helaas vaker gebleken – als beroepsgroep in staat onze cliënten grote schade toe te brengen. Bij recente zaken die hierover hebben gespeeld is veelvuldig de vraag gesteld hoe dat zo lang heeft kunnen doorgaan. Ook daar ligt trouwens een parallel met de artsen. Er zijn echter goede redenen waarom het toezicht op de advocaat niet door de overheid moet worden uitgevoerd.
De overheid is in een belangrijk aantal zaken de wederpartij. Denk primair aan het strafrecht, maar ook aan alle bestuursrechtelijke kwesties: bezwaren tegen besluiten van de overheid, lokaal of rijksoverheid, het aan de orde stellen van onrechtmatig handelen van die overheid, enzovoorts. Als de overheid toezicht gaat uitoefenen, betekent dat dat die overheid inzage in onze dossiers kan eisen: de toezichthouder is in zo'n geval ook onze (beter gezegd: uw) wederpartij. Dat staat haaks op het principe dat cliënten er op moeten kunnen vertrouwen dat hun gegevens bij een advocaat veilig zijn – een principe dat in de wet is verankerd, en een voorwaarde is voor een eerlijk proces. Die geheimhouding wordt nog wel eens gepresenteerd als een privilege dat advocaten zouden hebben, maar dat is onterecht: het is geen recht dat we hebben, maar en plicht. De overheid zou onder het mom van toezicht ook invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop wij onze cliënten bijstaan: als we te lastig zouden zijn, teveel weerwerk zouden bieden aan overheid of openbaar ministerie, zou dat kunnen worden aangepakt via de tuchtrechtelijke weg, in plaats van (zoals het hoort) via de rechter. Van een eerlijk proces is dan geen sprake meer.
Een onafhankelijke advocatuur is een basisvoorwaarde voor een eerlijk proces, en daarmee voor onze rechtsstaat. Hoezeer toezicht daarop ook noodzakelijk en gewenst is, de overheid hoort daar buiten te blijven.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.