Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Het faillissement heeft in de meeste gevallen invloed op de bij de rechtbank aanhangige procedures. Wat zijn nu de gevolgen als de eisende partij tijdens een procedure failleert?
Vanaf datum faillissement is de wederpartij van de gefailleerde bevoegd om de rechter om schorsing van de procedure te verzoeken. Indien dit verzoek door de rechter wordt toegewezen, bepaalt de rechter eveneens de termijn waarbinnen de wederpartij de curator tot overneming van de procedure dient op te roepen. De oproeping van de curator moet bij dagvaarding, tenzij hij instemt met een andere wijze van oproeping.
Als de curator het in het belang van de faillissementsboedel nodig acht, kan hij de procedure overnemen en wordt doorgeprocedeerd. Indien de curator binnen de gestelde termijn geen gevolg geeft aan de oproeping van de wederpartij om de procedure over te nemen, kan de wederpartij ontslag van instantie vragen. De rechter mag dit afwijzen, maar alleen als de toewijzing in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Een andere mogelijkheid bij geen gehoor van de curator aan de oproeping, is om de procedure buiten het bezwaar van de faillissementsboedel voort te zetten. De hieraan verbonden (proces)kosten kunnen in beginsel niet op de faillissementsboedel worden verhaald, maar de faillissementsboedel is wel gewoon aan de uitspraak gebonden. Een gunstig vonnis komt ten bate van de faillissementsboedel.
Het komt ook voor dat de curator in het geheel niet wordt opgeroepen door de wederpartij. De curator kan in dat geval altijd op eigen initiatief de procedure overnemen. Overigens is het wel van belang om vast te stellen in welke stadium de procedure zich bevindt. Indien op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken de zaak voor vonnis staat, geldt bovenstaande namelijk niet. Het procederen heeft dan feitelijk al plaatsgevonden.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.