Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een werkgever is aansprakelijk voor schade die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of de schade is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.Voor risico van de werkgeverHet is voor een werknemer vaak lastig om aan te tonen dat hij de schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Vooral bij ziektes die pas decennia later kunnen optreden, zoals kanker, zijn er altijd andere omstandigheden aan te wijzen die de ziekte ook zouden kunnen hebben veroorzaakt. Daarom is in de rechtspraak de werknemer tegemoet gekomen door de invoering van de zogenaamde omkeringsregel. Deze houdt in dat de werknemer slechts hoeft aan te tonen dat hij – bij voorbeeld – is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en dat zijn gezondheidsklachten door die blootstelling kunnen zijn veroorzaakt. Indien de werkgever niet de noodzakelijke maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, wordt het oorzakelijk verband al aangenomen. De werknemer moet daarvoor dus het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden aannemelijk maken. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als algemeen bekend is dat een bepaalde ziekte wordt veroorzaakt door de blootstelling aan bepaalde stoffen.
Onlangs heeft de Hoge Raad deze regel nog iets aangescherpt door te bepalen dat de omkeringsregel niet kan worden toegepast als het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker is. In deze specifiek casus was er slechts 17% kans op kanker als gevolg van blootstelling aan de betreffende gevaarlijke stof waarmee de werknemer had gewerkt. Het feit dat de werkgever de veiligheidsnorm die beoogt schade te voorkomen had geschonden en dat bij de werknemer kanker was geconstateerd, was in dit geval onvoldoende om de omkeringsregel toe te passen. De werknemer, althans zijn nabestaanden, moesten derhalve aantonen dat zijn kanker was veroorzaakt door stoffen waarmee hij in aanraking was gekomen tijdens het werk.Voor risico van de werknemerHet is voor een werkgever echter ook lastig om tegenbewijs te leveren. Vaak zijn er namelijk tal van omstandigheden aan te wijzen die mede de ziekte kunnen hebben veroorzaakt die voor risico van de werknemer zelf dienen te komen doordat die buiten de uitoefening van de werkzaamheden zijn gelegen en aan de werknemer moeten worden toegerekend. Dat kan bijvoorbeeld veelvuldig roken zijn bij een werknemer die uiteindelijk keelkanker krijgt. In die gevallen waarbij niet is vast te stellen waardoor de ziekte is veroorzaakt, wordt proportionele aansprakelijkheid toegepast. Dit leidt dan tot een veroordeling van de werkgever om een percentage van de schade te vergoeden.
Ook hierover heeft de Hoge Raad de regels onlangs nog iets aangescherpt. In deze specifieke casus bleek uit een deskundigenrapport dat de kans dat een bepaalde vorm van RSI wordt veroorzaakt door bepaalde arbeidsomstandigheden op 75% valt te stellen. Daaruit kan volgens de Hoge Raad niet worden afgeleid dat er dus een kans van 25% is dat de RSI van de betreffende werknemer was veroorzaakt door andere omstandigheden die in de risicosfeer van die werknemer liggen. Op basis daarvan kan dus geen proportionele aansprakelijkheid worden toegepast.
De praktijk van de werkgeversaansprakelijkheid, waarin beide partijen worstelen met hun vaak onmogelijk bewijslast, blijft hiermee redelijk ongewijzigd. De Hoge Raad handhaaft de verzachtende omkeringsregel en proportionele aansprakelijkheid, maar scherpt deze regels net iets aan.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.