Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Een voorschrift opgenomen in een terrasvergunning inhoudende dat bij meer dan één overtreding de vergunning wordt ingetrokken heeft geen rechtsgevolg, zo oordeelt de rechtbank Amsterdam recentelijk in haar uitspraak van 12 april 2013.
In de zaak die heeft geleid tot deze uitspraak is door de burgemeester aan een exploitant van een café een terrasvergunning afgegeven. Aan deze vergunning zitten enkele voorschriften verbonden waaronder het voorschrift dat de terrasvergunning bij meer dan één terrasovertreding zal worden ingetrokken. De exploitant maakt bezwaar tegen dit voorschrift, maar zijn bezwaar wordt door de burgemeester ongegrond verklaard.
Bij de rechtbank staat de vraag centraal of dit voorschrift wel rechtsgevolg heeft, met andere woorden of er wel een rechtens te respecteren belang bestaat bij het aanvechten van dit voorschrift. De rechtbank merkt allereerst op, daarbij verwijzend naar de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 februari 2010, dat niet ieder voorschrift dat aan een vergunning is verbonden rechtsgevolg heeft. Een vergunningvoorschrift kan bijvoorbeeld ook slechts een mededeling van informatieve aard bevatten waaraan geen rechtsgevolg is verbonden.
Indien een vergunningvoorschrift een rechtens verbindende verplichting oplegt aan een betrokkene, hem enig recht wordt onthouden of indien hij anderszins direct wordt geraakt in zijn rechtspositie, dan heeft het voorschrift rechtsgevolg. Als voorbeeld noemt de rechtbank het geval dat aan de terrasvergunning voorschriften worden verbonden omtrent de afmetingen en de openingstijden van het terras. Die voorschriften beperken de reikwijdte van de terrasvergunning, omdat de vergunninghouder het recht wordt onthouden om de afmetingen en de openingstijden van het terras zelf vast te stellen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het voorschrift dat de terrasvergunning bij meer dan één terrasovertreding zal worden ingetrokken geen rechtsgevolg. Het moet worden aangemerkt als een informatieve aankondiging van een nog te nemen besluit, namelijk een besluit tot intrekking van de terrasvergunning, indien meer dan één overtreding wordt geconstateerd.
Door het voorschrift wordt de exploitant niet direct in zijn rechtspositie geraakt. Dat gebeurt pas indien de exploitant geconfronteerd wordt met een besluit waarbij zijn vergunning wordt ingetrokken. Wanneer dat het geval is, kan de exploitant hiertegen rechtsmiddelen aanwenden. Aangezien het geen rechtsgevolg heeft, onthoudt de rechtbank zich van een inhoudelijk oordeel over dit voorschrift. Het beroep van de exploitant wordt daarom ongegrond verklaard.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.