Praktijkgebieden: Vastgoed
Al eerder schreven wij over de (eerste) prejudiciële vraag aan de Hoge Raad of een hypotheekakte ook een executoriale titel vormt voor executoriaal beslag. Dit is met name relevant voor banken (hypotheekhouders) in het geval hun hypotheekrecht is uitgewonnen, maar de vordering nog niet is voldaan. Bijvoorbeeld omdat de netto opbrengst van het verhypothekeerde goed niet voldoende is. Kan de bank dan ook voor een restschuld executoriaal beslag leggen onder de hypotheekakte?
De Hoge Raad heeft inmiddels geantwoord op deze prejudiciële vraag dat er sinds 1992 (NJ 1993, 449, Rabobank/Visser) niets is veranderd. Dat betekent dat een hypotheekakte een executoriale titel is mits de vorderingen tot zekerheid waarvoor het hypotheekrecht werd gevestigd, óf de rechtsverhouding(en) waarin die vorderingen hun onmiddellijke grondslag vinden, voldoen aan twee vereisten: (1) deze vorderingen of rechtsverhoudingen moeten ten tijde van het verlijden van de akte bestaan, en (2) deze vorderingen of rechtsverhoudingen moeten voldoende concreet in de akte zijn omschreven.
In de praktijk betekent dit dat de bank/ hypotheekhouder in de akte moet opnemen dat er iets te vorderen is of zal zijn en ook wát dan is. De standaardformulering in een bankhypotheekakte levert dus wel een geldig hypotheekrecht op maar geeft een hypotheekakte geen executoriale kracht met als gevolg dat executoriaal beslag voor een restschuld dus niet mogelijk is. Het verdient dus aanbeveling om de overeenkomst van geldlening precies te beschrijven en daarbij aan te geven dat de hypotheek ook strekt tot zekerheid van al hetgeen de hypotheekhouder te vorderen heeft of zal krijgen uit de genoemde overeenkomst van geldlening. Dan kan de hypotheekakte ook dienen als titel voor executoriaal beslag voor al hetgeen uit de geldlening te vorderen is. Het devies is en blijft dus: omschrijf zo veel en nauwkeurig mogelijk. Een bank heeft voor zichzelf dan meer zekerheid: de omvang van de door de hypotheek gedekte vorderingen is dan nog steeds even groot, maar de bank zou wel executoriaal beslag kunnen leggen voor een eventuele restschuld.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.