Praktijkgebieden:
Bijna zeven jaar geleden (in de zomer van 2006) schreef ik een stukje over de vraag wanneer het te warm was om te werken, en wat te doen met kledingvoorschriften. Weinig onderwerpen lijken minder toepasselijk in de kou die we nu ervaren, maar ik moest er aan denken toen ik dit bericht las (het filmpje op de link is de moeite waard).
In Zweden – waar het op het moment behoorlijk warm is, ik kom er toevallig net vandaan – hebben treinmachinisten last van de hitte, die in hun treinen nogal schijnt op te lopen, tot boven de 30 graden. De broeken van hun uniform zijn dik en warm, en de voorschriften staan een korte broek niet toe: alleen een lange broek of een rok zijn toegestaan. En dus besloot een aantal mannelijke machinisten om dan maar een rok aan te trekken.
Een woordvoerder van de vervoersmaatschappij gaf aan dat het bedrijf er geen moeite mee had dat de mannen een rok droegen. De voorschriften stonden garant voor een representatief uiterlijk, er stond (inderdaad) niet in dat alleen vrouwen een rok mochten dragen, en om dat nu aan de mannen te verbieden zou naar het oordeel van de directie discriminatie zijn.
Zou het inderdaad discriminerend zijn om mannen te verbieden een rok te dragen? Ik vraag me dat af. De Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen gaat met name over gelijke arbeidsvoorwaarden, en je kunt je afvragen of kledingvoorschriften arbeidsvoorwaarden zijn. Ik denk het op zich wel, maar de instructie dat het dragen van vrouwenkleding aan vrouwen is voorbehouden zal denk ik de toets der kritiek wel kunnen doorstaan; het doel van het bedrijf bij de kledingvoorschriften is een net representatief uiterlijk, en je kunt je afvragen of met dat (op zich geoorloofde doel) verenigbaar is dat mannen een rok dragen. De zaak waar ik in 2006 aan refereerde draaide ook om gelijke behandeling; de uitkomst daar was dat voor al het personeel alleen de lange broek als kledingstuk werd aanvaard.
Hoe dat in Zweden loopt moeten we afwachten. De woordvoerder hintte dat de kledingvoorschriften opnieuw tegen het licht zullen worden gehouden, en dan zal het toch wel afgelopen zijn met de pret, denk ik. Lange broeken van een dunnere stof lijken een voor de hand liggende oplossing – dat of koeling in de trein. Wij kunnen voorlopig alleen maar duimen dat we vóór het herfst wordt ook zo'n probleem krijgen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.